30
NL
Zo maait u goed:
3. Montage
1. Ondergedeelte van de duwboom
1
tot de aanslag in de opnamen voor
de duwboom
2
steken en voor de
fixatie met de schroeven
3
vast-
schroeven.
2. Verbindingsdeel
4
van de onder-
kant in het ondergedeelte van de
duwboom
1
schuiven.
3. Schroefstang
6
vanaf de linkerkant
door het middengedeelte van de duw-
boom
5
, het ondergedeelte van de
duwboom
1
en het verbindingsdeel
4
er volledig tot de aanslag insteken.
4. Schroeflager
8
in spanhendel
7
schuiven.
5. Spanhendel
7
met ca. 4 omwentelin-
gen op de schroefstang
6
schroeven.
6. Spanhendel
7
op het verbindings-
deel
4
klappen en controleren of
de spanhendel
7
klemt.
7. Als de spanhendel
7
nog niet klemt,
deze nogmaals met een extra om-
wenteling op de schroefstang
6
schroeven. Proces zolang herhalen
tot de spanhendel
7
op het verbindingdeel
4
klemt.
8 Bovengedeelte van de duwboom
9
met 2 vleugelmoeren
z
m
aan de middengedeelten van de duwboom
5
schroeven.
De inschakelblokkering
B
van het bovenstuk van de duwboom
9
moet zich daarbij links bevinden.
9. Motorkabel
0
met de beide kabelclips
A
aan de boom be-
vestigen.
4. Funktion
Om een verzorgd gazon te krijgen adviseren wij u het gazon liefst
met regelmaat één keer per week te maaien. Bij veelvuldig maaien
wordt het gazon dichter.
Langer maaisel dat blijft liggen (>1 cm), moet worden verwijderd
zodat het gras niet geel wordt en niet vervilt raakt.
Na een langere maaipauze (vakantie) tot max. 12 cm eerst in één
richting met de hoogste maaihoogte-instelling en daarna dwars op
de gewenste hoogte maaien.
Liefst alleen een droog gazon maaien, bij een vochtig grasveld
ontstaat een onnauwkeurig maaibeeld.
De netspanning en de op het typeplaatje aan-
gegeven apparaatspanning moeten overeen-
stemmen. Bij verlengsnoeren moet met de
minimumdiameters in de volgende tabel
rekening gehouden worden:
Spanning Kabellengte Diameter
220- 240V/ 50 Hz tot 50 m 1,5 mm
2
220- 240V/ 50 Hz 50 - 100 m 2,5 mm
2
Boom monteren:
7
4
5
B
9
6
0
A
A
1
7
8
z
m
1
2
6
7
7
4
3