10
4. Tips voor het frituren
• Bij het frituren ligt het temperatuurbereik tussen
160 en 180 °C. De maximale temperatuur bedraagt
190 °C.
• Volgens de algemene aanbevelingen inzake
gezond frituren dient een temperatuur van 175 °C
niet te worden overschreden (zie ook bereidings-
tabel). Bereid hoogstens 100 g levensmiddelen
per 1 liter olie / vet. Frituur de levensmiddelen
alleen zolang totdat ze een goudgele kleur
hebben verkregen.
• Als het frituurvet te heet is, krijgen de levens-
middelen te snel een korst, terwijl deze van
binnen nog niet gaar zijn.
Als het frituurvet te koud is, wordt er teveel vet
door de levensmiddelen opgenomen.
• Als het vet op de juiste temperatuur is, schroeien
de levensmiddelen snel dicht als ze in het vet
worden ondergedompeld. Op die manier ontstaat
er een beschermende korst en kan er nog maar
weinig vet in de levensmiddelen dringen. Dep
de gefrituurde levensmiddelen ook nog met
keukenpapier droog, zo vermindert u nog eens
de hoeveelheid vet.
• Gebruik voor het frituren hittebestendige vetten
en oliën (met een rookpunt van minimaal 200 °C).
Geschikt is bijvoorbeeld arachide of palmolie
evenals kokosvet. Ongeschikt is daarentegen
bijvoorbeeld reine olijfolie, soja- of tarwekiemolie.
• Vervang het frituurvet of de frituurolie als deze
onaangenaam ruikt, smaakt, sterk schuimt, voor-
tijdig (bij 160 - 170 °C) gaat roken of als de levens-
middelen bij een correct ingestelde temperatuur
niet meer knapperig worden.
Voortijdig roken dient niet te worden verward
met opstijgende waterdamp wanneer er vochtige
levensmiddelen in het frituurvet worden onder-
gedompeld.
• Verwijder iedere keer nadat u heeft gefrituurd
eventueel achtergebleven, grove resten (korstjes
van paneermeel, etc.) uit de frituurolie of het
frituurvet.
• Indien u de frituurolie opnieuw wilt gebruiken
dient u de olie met een fijn, metalen zeef te
filteren nadat deze is afgekoeld.
• Vul de frituurmand en kruid de levensmiddelen
buiten de friteuse.
• De volgende levensmiddelen zijn geschikt om
te worden gefrituurd: kleine stukken vis en vlees,
groente, fruit, deegwaren, aardappelen, ge-
paneerde levensmiddelen.
• De levensmiddelen dienen volledig met frituurolie/
-vet te zijn bedekt. Is dit niet het geval, dan
moeten de levensmiddelen na de helft van de tijd
worden gekeerd of ze moeten met een tweede
frituurmand naar onderen worden gedrukt.
• Bij het frituren (vanaf 170 °C) wordt er geen geur
of smaak door olie of vet overgenomen. U kunt
dus gerust na elkaar vis en vruchten frituren.
• Als u vochtige of bevroren levensmiddelen in het
vet onderdompelt, gaat het vet bijzonder hevig
schuimen. Dep de levensmiddelen grondig droog
en laat de gevulde frituurmand meerdere malen
langzaam zakken. Hierdoor wordt voorkomen dat
het vet gaat overlopen. Bij diepvriesproducten
dient het ijs te worden verwijderd.
• Frituur niet te grote hoeveelheden ineens, dan
kan de olie goed circuleren en de warmte wordt
snel op de levensmiddelen overgedragen. Schud
de te frituren levensmiddelen zodat deze niet aan
elkaar plakken en de olie beter kan circuleren.
• Sluit de afdekking nadat het apparaat is afge-
koeld. Dit is nodig uit veiligheidsoverwegingen
en op die manier wordt voorkomen dat er ver-
ontreinigingen in het vet komen.