31
Algemeen:
– Het apparaat is bijzonder snel op temperatuur.
Hiermee bespaart u energie en tijd.
– De bereidingstijden zijn afhankelijk van de
kwaliteit, het gewicht en de dikte van het gerecht.
De aangegeven waarden dienen dan ook alleen
als algemene richtlijn.
– Het gerecht mag niet in aanraking komen met de
ovenwand, het vetfilter of de zijplaat.
– De ovendeur moet goed sluiten. Houd de
desbetreffende delen van de oven daarom goed
schoon.
– Leg niet te veel op de roosters en schalen, want
alleen dan is een optimale luchtcirculatie
gewaarborgd.
Wat kunt u zoal met uw combi-stoomoven
doen?
– Aardappelen kookt u in de geperforeerde schaal.
De stoom kan de aardappelen dan van alle
kanten bereiken. Het kookproces is hierdoor veel
intensiever dan in een gewone pan.
– Voor grote hoeveelheden eieren gebruikt u de
geperforeerde schaal. Let op! Ten opzichte van
een eierkoker is de bereidingstijd 2-3 minuten
langer. Voor zachte eieren moet u de oven
voorverwarmen.
– Groentefond vangt u op in de ongeperforeerde
schaal. Schuif deze schaal onder in de oven
(onderste inschuifhoogte).
– Bij drukgevoelige gerechten (bijvoorbeeld met
een deeglaagje) kunt u beter twee platte schalen
dan één diepe schaal gebruiken. Er wordt dan
minder druk op het gerecht uitgeoefend.
– Tomaten pellen: snijd de tomaten in en plaats ze
1-2 minuten in de hete stoom. Laat de tomaten
daarna met koud water schrikken.
– In uw combi-stoomoven kunt u zelfs
gekristalliseerde honing weer vloeibaar maken.
Stel daartoe de temperatuur in op 60 °C en de
vochtigheidsgraad op 100%.
Energie- en milieutips:
– Ga na of u bepaalde voedingsmiddelen tegelijk
kunt bereiden. Zo benut u de capaciteit van uw
oven optimaal en bespaart u tijd en energie.
– Open de ovendeur niet te vaak en niet onnodig
lang. De stoom en warmte kunnen anders
ongehinderd ontwijken en moeten dan opnieuw
worden geproduceerd. Zo gaat veel energie
verloren en neemt de bereidingstijd toe.
– U kunt veelal meerdere inschuifniveaus tegelijk
gebruiken (bij stomen tot 100 °C, niet
bij het
bakken).
Tips voor het ontdooien:
– Ontdooi niet meer dan u nodig heeft.
– Let op! Ontdooide voedingsmiddelen zijn vaak
minder goed houdbaar en bederven dan ook
sneller dan verse producten.
– Vlees dat gepaneerd moet worden, hoeft alleen
zover te worden ontdooid dat kruiden en
paneermeel er goed aan blijven hechten.
– Haal gevogelte voor het ontdooien uit de
verpakking. Let op! Gooi het vocht dat bij het
ontdooien vrijkomt onmiddellijk weg!
– Keukenkruiden kunt u ingevroren bewaren én
gebruiken.
– U kunt een gerecht ook in stoom ontdooien en
aansluitend verwarmen. Daartoe kunt u het
gerecht in het vrieszakje laten of meteen op een
bord doen.
Steriliseren (inmaken):
– Maak voedingsmiddelen bij voorkeur vers in.
Wordt het product eerst nog enige tijd bewaard,
dan neemt het vitaminegehalte af en kan het
product gaan gisten.
– Gebruik alleen hoogwaardig fruit en
kwaliteitsgroente. Controleer de weckpotten en
de rubberen ringen goed voordat u ze gebruikt.
Controleer ook of de klemmen en veren in orde
zijn. Steriliseer de glazen en reinig de rubberen
ringen. Spoel alles met heet water na.
8. Handige tips