4. Draaispit
22
Grillen met het draaispit resulteert in een
knapperig korstje en een gelijkmatige bruinering.
U kunt het draaispit bij alle ovenfuncties gebruiken,
behalve op de speciale pizzastand en voor de
speciale braadfunctie. Het beste resultaat bereikt u
echter met de ovenfuncties grill en bovenwarmte.
Ga als volgt te werk:
– Schuif de houder voor het draaispit in de oven.
Gebruik hiervoor de tweede inschuifhoogte van
onderen. Schuif de grillpan een inschuifhoogte
lager in de oven (als vetopvangschaal).
– Zet de keuzeschakelaar “temperatuur” op de
gewenste temperatuur. Draai aan de keuze-
schakelaar “ovenfunctie” totdat het symbool
(grill) of (bovenwarmte) in de display
verschijnt. Verwarm de oven voor.
– Zorg dat het vlees zich midden op het draaispit
bevindt. Zet het gerecht vast met de beide
klemmen. Bevestig uitstekende delen (bijvoor-
beeld de vleugels van gevogelte), zodat deze
niet met het grillelement in aanraking kunnen
komen.
– Steek het spit in de draaispitaandrijving (afb. 40).
Schroef het handvat van het draaispit en sluit de
ovendeur.
– Druk op de toets (draaispit) (afb. 41).
Afb. 40
Afb. 41
Let op!
U kunt de temperatuurvoeler niet in combinatie
met het draaispit gebruiken. Is de temperatuur-
voeler in de aansluitbus van de oven gestoken,
dan is de draaispitfunctie geblokkeerd.