3.6 Boven- en onderwarmte /
bovenwarmte
3.7 Gisten
Inschakelen:
Zet de keuzeschakelaar “temperatuur” op de
gewenste temperatuur. Draai aan de keuze-
schakelaar “ovenfunctie” totdat het symbool
(boven- en onderwarmte) in de display verschijnt
(afb. 36).
Uitschakelen:
Draai de keuzeschakelaar “temperatuur” op 0. De
verlichting gaat uit.
Houdt u rekening met de volgende
aanwijzingen:
Bakken met boven- en onderwarmte
Bij deze functie kunt u slechts op één niveau
bakken.
Braden met boven- en onderwarmte
Leg het vlees op het grillrooster of in de
grillpan/glazen schaal. Wanneer u het rooster
gebruikt, plaats dan de grillpan/glazen schaal één
inschuifhoogte lager in het apparaat. Hierin wordt
het afdruppelende vet opgevangen.
Naast de traditionele ovenfunctie boven- en
onderwarmte heeft u ook de mogelijkheid om de
bovenwarmte afzonderlijk in te schakelen. Met
deze ovenfunctie kunt u het te bakken of te braden
gerecht gericht van boven bruin laten worden.
Inschakelen:
Draai de keuzeschakelaar “temperatuur” over de
verlichtingsstand heen op een willekeurige positie.
Draai de keuzeschakelaar “ovenfunctie” totdat het
symbool (gisten) in de display verschijnt (afb. 37).
Uitschakelen:
Draai de keuzeschakelaar “temperatuur” op 0.
20
Afb. 36
Afb. 37