Bestelnummer
F4090 - F4091 - F4092
F4095 - F4096 - F4097
- S-toets opnieuw indrukken, “%” knippert.
- Door draaien van de 3-D-Hotkey wordt nu de gewenste bijmix-
waarde ingesteld, waarbij 50% een goede beginwaarde is.
- Controleert u, of bij bediening van het rolroer naar rechts (rechter
rolroer naar boven), het richtingsroer ook naar rechts uitslaat.
- Is dit niet het geval, de 3-D-Hotkey naar links voor negatieve bij
mix-waarde –50% draaien. Functie opnieuw checken. Indrukken
van de 3-D-Hotkey gedurende 1 seconde herstelt de oorspronke-
lijke waarde (+50%) weer.
8.4 Vleugelmixers – mixer (VLEU)
Onder dit menupunt zijn verschillende mixers voor vleugelroeren en –
kleppen samengevat en bieden hierdoor een heel comfortabele
instelmogelijkheid.
Ondermenu FLPN: Met deze functie kunt u enerzijds de beide rolroe-
ren met instelbare differentiëring mixen en nnar keuze ook de rolroe-
ren als landingskleppen omhoog zetten, voortaan Flaperon-mixer
genoemd (landingsklep=FLPN + rolroer=Aileron).
In het ondermenu DELT kan naar keuze een voorgeprogrammeerde
mixer voor delta- of staartloze modellen worden geactiveerd.
Hieronder een overzicht van de verschillende ondermenu’s ter verdu-
idelijking.
Verklaring van de betekenissen:
Omdat de mixdelen voor de roeruitslagen naar boven en beneden
apart ingesteld kunnen worden, zijn de rolroeren multifunctioneel te
gebruiken, afhankelijk van de uitslag verandert hun functie.
Ver naar boven -> remkleppen (spoiler)
Licht naar boven -> speedkleppen voor speedvlucht
Ver naar beneden -> landingskleppen of hoogtestarttrimming
Het is mogelijk de roeruitslag beide keren in dezelfde richting te pro-
grammeren, bijvoorbeeld één keer ver naar boven als remkleppen
(spoiler) en een andere keer slechts licht naar boven als speedvlucht-
trimming.
Om de volgende instellingen makkelijker te kunnen volgen, raden
we u aan een model met 2 rolroerservo’s (of gewoon 2 servo’s)
aan te sluiten (aansluiting 1 en 6) en het effect van de mixer op
het model goed te bekijken.
8.4.1 Flaperonmixer (FLPN)
- Navigeert u naar het keuzemenu “VLEU”.
- 3-D-Hotkey indrukken, de aanduiding “UIT”verschijnt, de
flaperonmixer en deltamixer zijn uitgeschakeld
- 3-D-Hotkey naar rechts draaien, het instelmenu FLPN verschijnt,
met de S-toets bevestigen, nu knippert de aanduiding “SET% “.
- Nu zijn de beide rolroerservo’s (kanaal 1 en 6) met elkaar gemixt,
ook de remklepfunctie (flap) is actief en de differentiëring bedraagt
+50%.
- Via een aan kanaal 6 aangesloten besturingselement, b.v. een
lineair schuifkanaal wordt de remklepfunctie voor de volledige
uitslag bediend.
- Controleert u of bij het bedienen van de rolroerstuurknuppel naar
rechts, het rechter rolroer naar boven en het linker rolroer naar
beneden gaat. Lopen er één of meerdere servo’s verkeerd, dan in
het instelmenu “OMPO” de betreffende servo(s) ompolen.
- Tevens controleren of het naar beneden draaiende rolroer een
gedifferentieerde (kleinere) uitslag heeft.
Is dit niet het geval en is de servo-uitslag naar boven kleiner (gediffe-
rentieerd), dan moet u de S-toets indrukken, nu knippert het teken (+),
draait u de 3-D-Hotkey naar links, het teken wordt “-“
de differentiëring is nu omgepoold.
0% geen differentiëring
50 % differentiëring met halve uitslag
100% Split-mode, alleen naar boven uitslaand rolroer is actief.
Via een aan pin 4 (zie hfdst. 8.2) aangesloten externe mixertrimmer
kan de waarde met +/- 25% overgestuurd worden en daardoor tij-
dens het vliegen optimaal bepaald worden.
Een aan stekkerplaats 7 aangesloten externe mixerschakelaar
maakt het uitschakelen van de differentiëring mogelijk, waardoor
men voor de landingsfase een groter rolroereffect heeft.
Door indrukken van de 3-D-Hotkey gedurende 1 seconde wordt de
beginwaarde (+50%) weer hersteld .
8.4.2 Keuze van de 2e rolroeruitgang (KANN)
Door hernieuwd indrukken van de S-toets wordt het menu geacti-
veerd, waarin u kunt vastleggen, aan welk kanaal het 2e rolroer aan-
gesloten worden moet.
Standaard is het kanaal “6” hiervoor toebedacht.
Door het linksom draaien van de 3-D-Hotkey kan voor kanaal “7”
gekozen worden.
Bij selectie van de 2e rolroeruitgang op
kanaal 7 wordt automatisch de bijmi-
xing van de remklepfunctie uitgescha-
keld.
Een op kanaal 6 aangesloten lineair schuifkanaal werkt dan als nor-
maal stuurkanaal op servokanaal 6.
Dit is de instelling voor vliegtuigmodellen, waarbij alleen een rolroer-
differentiatie geprogrammeerd moet worden en geen remklepfunctie
van de rolroeren gewenst is.
De aansluiting van de 2e rolroerservo moet aan ontvangeruitgang
7 plaatsvinden, servostekker verwisselen.
28