Bestelnummer
F4090 - F4091 - F4092
F4095 - F4096 - F4097
7.16 Fail-Safe instellingen (F/S)
Deze functie is alleen in de PCM mode
beschikbaar, hiervoor moet de zender
in deze modulatie worden ingesteld (zie
hoofdstuk 7.1.1 parameter-menu) en
moet in het model een Robbe-Futaba
PCM ontvanger geïnstalleerd zijn.
In het Fail-Safe menu kunnen voor de kanalen 1…8 de volgende
instellingen ingevoerd worden:
1.’NOR’ (normal), of Hold mode
In de ontvanger worden de laatste foutloze impulsen opgeslagen en
in geval van storing aan de servo’s doorgegeven. Deze impulsen wor-
den zolang gebruikt, totdat er weer correcte signalen van de zender
binnenkomen.
2. (F/S ) Fail-Safe-Positie
Hierbij lopen de servo’s naar een via de zender voorgeprogramme-
erde positie, die eveneens in de ontvanger opgeslagen wordt. Voor
het gaskanaal is al standaard een waarde van 20% geactiveerd.
Bovendien is de functie “accu-Fail-Safe” beschikbaar.
Zodra de spanning van de ontvangeraccu onder een waarde van ca.
3,8 V daalt, gaat de drosselservo naar een voorgegeven positie (20%)
en laat daardoor aan de piloot merken, dat de ontvangeraccu van het
model leeg is.
U moet dan ogenblikkelijk landen.
Deze accu-Fail-Safe functie kan gedurende 30 seconden teruggezet
worden door de gasknuppel even onder de voorgeprogrammeerde
Failsafepositie te brengen. Daarna gaat de servo opnieuw naar de
door de gasknuppel aangegeven positie en kan weer 30 seconden
gewoon functioneren.
Deze functie is ook actief, wanneer geen F/S voor het gaskanaal
geprogrammeerd is!
Stelt u geen al te lage waarde voor de motordrosselfunctie in, zodat
de motor niet afslaat. De standaardwaarde van 20% kan natuurlijk
gewijzigd worden.
De F/S- instellingen kunnen per modeltype verschillen. Bijvoorbeeld
voor een helicopter een hoverpositie, voor een motormodel een wijde
bocht.
De instellingen moeten dusdanig zijn, dat in geval van een korte sto-
ring het model ook ongestuurd een zelfstandige of zelfs eigenstabiele
vliegbeweging maakt, totdat er weer contact met de zender is.
Checkt u de instellingen, door de zender uit te zetten en de reacties
van de servo’s te controleren.
De Fail Safe gegevens worden automatisch om de ca. 60 secon-
den naar de ontvanger gestuurd.
Om er voor te zorgen, dat de gegevens ook in de ontvanger opgesla-
gen zijn, moet er tussen het aanzetten van de zender en de start van
het model een tijdsspanne van minstens 60 seconden zijn.
- Navigeert u naar het keuzemenu ‘F/S’.
- Door de 3-D-Hotkey kort in te drukken komt u in het instelmenu.
- Selecteert u met de S- of H-toets de kanalen waarvoor de Failsafe
(F/S) ingesteld moet worden.
- Door de 3-D-Hotkey met de klok mee te draaien activeert u de
Fail-safe optie. Als u naar de basisinstelling (NOR) wilt terugkeren,
draait u de 3-D-Hotkey naar links.
- Het driehoeksymbool geeft de status van het desbetreffende stuur
kanaal aan.
- Daarna brengt u de stuurknuppels van alle kanalen waarvoor de
F/S ingesteld is, gelijktijdig naar de gewenste Failsafepositie en
slaat u deze op door indrukken van de 3-D-Hotkey gedurende
minimaal 1 seconde.
Basis-programma algemeen
De beschreven opties van het ‘BASC’- mixprogramma zijn ook
beschikbaar in de speciale programma’s (MOTO, ZWEV en HELI).
In principe worden door de keuze van het speciale programma
andere, specifiek op dit modeltype gerichte functies aan het basis-
programma toegevoegd. De extra functies worden aan de rotatieket-
ting verbonden en verschijnen in de display vóór het menupunt
PARA.
Aansluitvolgorde van de servo’s in het menu MOTO:
Kanaal 1: rolroer
Kanaal 2: hoogteroer
Kanaal 3: gas / motordrossel
Kanaal 4: richtingsroer
Kanaal 5: vrij (intrekbaar landingsgestel)
Kanaal 6: rolroer 2
Kanaal 7: vrij / rolroer 2 naar keuze
Kanaal 8: vrij
26