28 29
2
Gebruik van de camera
Stand Fotograferen
Stilstaande beelden fotograferen AUTO
GEBRUIK VAN AF/AE-LOCK ZOOMEN
In het hier afgebeelde voorbeeld staat het autofocus-
kader niet op het onderwerp (in dit geval de beide
personen) gericht. Wordt de opname zo gemaakt, dan
worden de personen niet scherp afgebeeld.
Richt de camera enigszins opzij, zodat een van de
onderwerpen het autofocuskader vult.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt (AF/AE-lock),
laat de camera een kort dubbel pieptoontje horen en
stelt zich scherp op het onderwerp. Op dat moment
wordt het autofocuskader in de LCD-monitor kleiner
en stelt de camera sluitertijd en diafragma in. De
indicatie-LED (groen) knippert niet meer, maar brandt
constant.
Beweeg de camera, met de ontspanknop nog steeds
half ingedrukt (AF/AE-lock geactiveerd) terug naar de
oorspronkelijke compositie en maak dan uw opname
door de ontspanknop helemaal in te drukken.
! Voordat u de sluiter ontspant, mag u het AF/AE-lock net zo
vaak activeren als u wilt.
! Het gebruik van AF/AE-lock staat in alle fotografische situa-
ties borg voor uitstekende resultaten.
1
2
3
4
Piep-
piep
Klik
◆ AF (autofocus) /AE (autobelichting) lock ◆
Als u bij de FinePix S9500 de ontspanknop half indrukt, worden de gemeten scherpstelling en belichting vastgehouden
(AF/AE-lock). Wilt u scherpstellen op een onderwerp dat terzijde in het beeld staat, of wilt u de belichting instellen voor
-
dat u de uiteindelijke opname afkadert, dan verkrijgt u het beste resultaat als u de gemeten scherpstelling en belichting
vasthoudt, uw opname opnieuw afkadert en daarna uw opname maakt.
h Wanneer de camera er niet in slaagt zich scherp te stellen en het AF/AE-lock niet de juiste belichting oplevert
Richt het AF-kader op het hoofdonderwerp en activeer het AE-lock (zie blz. 46). Richt het AF-kader vervolgens op
een ander object op ongeveer dezelfde afstand. Druk de ontspanknop half in. Kader de opname opnieuw af en maak
vervolgens de opname.
Om met de zoomfunctie te fotograferen, verdraait u
de zoomring.
Tijdens het zoomen verschijnt in de monitor een
zoombalk.
h Brandpuntsafstand bij optisch zoomen
(equivalenten van een kleinbeeldcamera)
Circa 28 mm tot 300 mm.
Maximale vergrotingsfactor: 10,7X
Om naar digitaal zoomen (2X) te wisselen, drukt u op
de knop “a”. Tijdens digitaal zoomen staat in de lin-
kerbenedenhoek van de monitor het functiepictogram
“ ” en kleurt de zoombalk blauw.
Met de zoomring kunt u zowel digitaal als optisch
zoomen. Wilt u de digitale zoomfunctie annuleren, dan
drukt u op de knop “
b”.
Zoomring
Zoombalk