33
p Fotograferen met de Functie Photo
J FINEPIX COLOR
1 2
3
1 2
1
2
1 Zet de cameraschakelaar in de stand “
q
”
(Fotograferen).
2 Zet de functieknop in de stand Stilstaande beel-
den.
3 Druk op de knop Photo functie
p
.
De instelling FinePix COLOR blijft gehandhaafd, ook als
u de camera uit schakelt of de functieknop verstelt.
1 Selecteer de functie “
J
” FinePix COLOR door
op “
d” of “c” te drukken en kies de gewenste
instelling met “
a” of “b”.
2 Bevestig de gemaakte instelling door op de
"MENU/OK"-knop te drukken.
! Het is mogelijk dat
p
-CHROME bij sommige onderwerpen,
zoals close-ups van personen (portretopnamen), weinig
effect heeft.
! Omdat met de functie
p
-CHROME de invloed op de gefo-
tografeerde scène kan verschillen, maakt u uw opnamen
ook met de standaard functie. Het is heel goed mogelijk
dat u in de LCD-monitor het verschil niet kunt zien.
! Van opnamen die met de functie
p
-CHROME worden
gemaakt wordt de automatische kwaliteitsinstelling op Exif-
compatibele printer uitgeschakeld.
p
-STANDARD (STD) Voor contrast en kleurverzadiging worden de standaard instellingen gekozen. Deze functie
gebruikt u voor normale fotografie.
p
-CHROME (CHR) Voor contrast en kleurverzadiging worden de hoge instellingen gekozen.
p
-B&W (B&W) Deze optie zet het gefotografeerde beeld om in een zwart-wit beeld.
3
Kiest u de functie
p
-STANDARD of
p
-CHROME,
dan verschijnt het betreffende functiepictogram in
het scherm:
p
-CHROME:
E
p
-B&W:
R
Geavanceerde
technieken