Stand STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN
STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN (AUTO)
1 Zet de cameraschakelaar in de stand “
q
” (Foto-
graferen) en
2 zet de functieknop in de stand
“AUTO”.
● Scherpstelbereik:
Groothoek: circa 0,9 m – ∞ (oneindig)
Tele: circa 2,0 m – ∞ (oneindig)
! Wilt u onderwerpen dichterbij dan 90 cm fotograferen, dan
gebruikt u de macrofunctie (zie blz. 43).
! Verschijnt een van de meldingen “
å
”
(Kaartfout), “
˚
” (Schrijffout), “
ƒ
”
(Leesfout) of “
©
” (Kaartje niet geformat-
teerd), dan raadpleegt u blz. 101 – 102.
1 Ontgrendel de keuzeknop voor de scherpstel-
functie.
2 Kies als scherpstelfunctie “S-AF” door op de
keuzeknop voor de scherpstel functie te drukken.
! Zie voor de functies handmatig scherpstellen “MF” en conti-
nu autofocus “C-AF”, blz. 51 – 52.
Vergrendel de keuzeknop voor de scherpstelfunctie
om te voorkomen dat u onbedoeld een andere
scherpstelfunctie instelt.
Klap de flitser op door de vrijmaakknop in te drukken.
! Heeft u de flitser omhoog geklapt en gebruikt u de flitser
tijdens het fotograferen, dan is het mogelijk dat tijdens het
opladen van de flitser het beeld kortstondig verdwijnt en de
LCD-monitor op zwart gaat.
! Gebruikt u de flitser in zeer stoffige ruimten of wanneer het
sneeuwt, dan kunnen in het uiteindelijke beeld witte stip-
pen zichtbaar worden door het door stofdeeltjes of sneeuw-
vlokken gereflecteerde licht. In dat geval probeert u de
opname te maken zonder de flitser.