24
WAARSCHUWING - de ventilatieopening in het vrieskabinet en die in de ruimte, waarin
deze is geplaatst, mogen niet geblokkeerd zijn.
WAARSCHUWING - Gebruik nooit andere mechanische werktuigen of andere gereed-
schappen om het ontdooien te bevorderen dan die, die door de
fabrikant aanbevolen worden.
WAARSCHUWING - Verbreek niet de circulatie van de koelvloeistof en voorkom bescha-
diging van het systeem.
WAARSCHUWING - Gebruik nooit elektrische uitrusting binnenin de bewaarruimte,
tenzij de fabrikant enn bepaald type aanbeveelt.
WAARSCHUWING
Bewaar de sleutels van de vriezer buiten het bereik van kinderen. Haal de stekker uit
het stopcontact voordat u het gloeilampje in het deksel vervangt.
Gloeilampje in deksel vervangen: verwijder de beschermkap van de dekselverlichting
door de kap in de richting van de pijl (naar boven) te schuiven. Maak de beschermkap
eventueel eerst aan de randen los met bijv. een schroevedraaier.
WAARSCHUWING
Bij eventuele demontage/verwijdering van het rooster van de kompres-sorruimte, dient
onder alle omstandigheden eerst de stekker uit het stopkontakt genomen te worden. De
fabrikant ontheft zich van alle aansprakelijkheid inzake persoonlijke of materiele schades
indien er wijzigingen/veranderingen aan de vriezer worden uitgevoerd, door anderen dan
daartoe aangewezen en geautoriseerd personeel. Laat voor alle zekerheid daarom ALTIJD
geautoriseerd personeel service en wijzigingen uitvoeren aan uw vriezer.
Afvoer
Als eigenaar van de diepvriezer bent u verantwoordelijk voor een verantwoorde afvoer van
het apparaat in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen.
Bej afvoer moet het deksel van het afgedankte apparaat worden losgemaakt; eventuele
sleutels die bij het slot horen moeten van het apparaat gescheiden worden afgevoerd. Ter
bescherming van het milieu dienen koelvloeistof en compressorolie te worden afgetapt bij
een erkend gespecialiseerd bedrijf, of u kunt het afgedankte apparaat inleveren bij een
erkend inzamelpunt voor koelapparatuur voor hergebruik van de koelvloeistof.
Storingen
PROBLEEM: CONTROLEER EERST:
De compressor werk niet - is de stroom uitgevallen?
- is de zekering doorgeslagen?
- zit de stekker goed in het stopcontact?
De temperatuur is te hoog - is de thermostaat juist ingesteld?
(eventueel harder zetten)
- is de rijplaag te dik?
- geeft de thermometer de juiste temperatuur aan?
(gebruik een goede thermometer van glas)
De compressor werkt - is de thermostaat juist ingesteld?
onafgebroken (eventueel minder hard zetten)
- is de invriesschakelaar ingeschakeld?
- is de omgevingstemperatuur te hoog?
(zorg voor afdoende ventilatie)
Controleer eerst bovenstaande punten. Roep de hulp van de servicedienst in indien de
vriezer na controle nog steeds niet normaal functioneert.