ISOFIX
VERANKERINGSPUNTEN
WAARSCHUWING
Gebruik bij toepassing van het ISOFIX
systeem een voorziening dat
voorkomt dat de veiligheidsgordel
kan draaien. Wij raden het gebruik van een
veiligheidsgordel aan de bovenzijde of een
steun aan de onderzijde aan.
N.B.: Wanneer u een ISOFIX kinderzitje
aanschaft, let er dan op dat dit geschikt is
voor de gewichtsgroep van uw kind en dat
de ISOFIX maatklasse geschikt is voor de
plaats waar het zitje wordt aangebracht.
Zie Plaatsing van kinderzitjes (bladzijde
17).
Uw wagen is uitgerust met ISOFIX
verankeringspunten die geschikt zijn voor
het gebruik van goedgekeurde ISOFIX
kinderzitjes.
Het ISOFIX systeem bestaat uit twee
stevige bevestigingsarmen aan het
kinderzitje, die op de verankeringspunten
van de zitplaatsen op de tweede zitrij
tussen de rugleuning en de zitting worden
bevestigd. Verankeringspunten voor
kinderzitjes met een veiligheidsgordel zijn
aangebracht op de afwerking van het
achterpaneel.
Een kinderzitje met een
veiligheidsgordel aan de
bovenzijde bevestigen
WAARSCHUWING
Bevestig de veiligheidsgordel aan de
bovenzijde aan geen ander punt dan
aan het verankeringspunt dat
hiervoor is bestemd.
Dubbele cabine
1. Verwijder de hoofdsteun. Zie
Hoofdsteunen (bladzijde 82).
2. Plaats het kinderzitje op de zitting van
de zitplaats achterin en klap de
betreffende rugleuning naar voren. Zie
Achterbank (bladzijde 82).
3. Geleid de gordel naar het
verankeringspunt.
20
Veiligheidsuitrusting voor kinderen