119
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
PARKEERVERLICHTING -
ACHTERLICHTEN
Vervang de gloeilamp als volgt:
❒
verwijder de rubber dop, zoals
hiervoor beschreven is;
❒
draai de lamphouder rechtsom
A-afb. 18
en verwijder hem;
❒
verwijder de geklemde lamp en
vervang hem;
❒
monteer de lamphouder A door
deze lamphouder rechtsom te
draaien. Controleer of de houder
goed vastzit;
❒
bevestig de rubber dop;
afb. 18
KA00090m
ACHTERLICHTUNITS
Vervang de gloeilamp als volgt:
❒
open de achterklep;
❒
draai de twee bevestigingsschroeven
A-afb. 19 los en trek de lichtunit
recht naar achteren zonder deze te
draaien;
❒
maak de lamphouder los uit de
bevestigingslippen en verwijder de
lamphouder uit de zitting; B-afb. 20;
❒
verwijder de lampen door ze iets in
te drukken en linksom te draaien.
De lampen zijn op de volgende wijze
geplaatst: afb. 21:
C – Parkeerverlichting/remlichten
(boogvormig deel, boven)
D – Richtingaanwijzers
E – Parkeerverlichting (boogvormig
deel, onder)
F – Achteruitrijlicht (achterlicht rechts)
/ mistachterlicht (links)
MISTLAMPEN VOOR
(indien aanwezig)
BELANGRIJK Wend u voor het
vervangen van een defecte mistlamp tot
de Ford-dealer.
afb. 19