56
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
MSR
(regeling van motorremwerking)
Dit is in de ASR geïntegreerd en
verhoogt bij bruusk terugschakelen het
motorkoppel, zodat overmatige
vertraging van de aangedreven wielen
wordt voorkomen. Dit heeft vooral
voordelen op een wegdek met weinig
grip, waarop de stabiliteit van de auto
snel verloren kan gaan.
ASR
in-/uitschakelen afb. 50
De ASR werkt alleen wanneer het
contact in stand MAR staat.
De ASR kan worden uitgeschakeld door
de toets C ASR OFF in te drukken.
Wanneer het systeem is ingeschakeld,
wordt er een melding weergegeven op
het multifunctionele display (indien van
toepassing).
Wanneer het systeem is uitgeschakeld,
gaat de LED van de toets ASR OFF
branden en wordt er een melding
weergegeven op het multifunctionele
display (indien van toepassing). Als de
ASR tijdens het rijden wordt
uitgeschakeld, schakelt deze
automatisch weer in als de auto
opnieuw wordt gestart.
Schakel de ASR uit als u met
sneeuwkettingen rijdt: onder deze
omstandigheden levert het doorslippen
van de aangedreven wielen een betere
tractie op.
ASR
(Antislip Regulation)
(indien van toepassing)
Dit is in het ESP geïntegreerd en grijpt
automatisch in als een of beide
aangedreven wielen dreigen door te
slippen, zodat de bestuurder de
controle over de auto kan behouden.
De ASR is vooral onder de volgende
omstandigheden nuttig:
❒
doorslippen van het binnenste wiel
door verandering van de
wielbelasting of door te felle
acceleratie;
❒
te hoog vermogen naar de wielen,
ook in samenhang met de toestand
van het wegdek;
❒
acceleratie op gladde wegen en bij
sneeuw en ijzel;
❒
verlies van grip op natte
weggedeelten.
afb. 50