4. Herhaal de procedure om de band weer
op spanning te brengen.
5. Controleer de bandenspanning
nogmaals met de drukmeter F.
Wanneer de spanning te hoog is, laat
dan de spanning afnemen met behulp
van de aflaatklep B.
6. Zodra u de band op de juiste spanning
hebt gebracht: zet de
compressorschakelaar H in de stand
0, trek de stekker G uit de contactdoos,
draai de slang C los, draai het
ventieldopje vast en breng de
beschermdop A weer aan.
7. Laat de fles afdichtmiddel K in de
flessenhouder E zitten en bewaar de
set veilig op zijn oorspronkelijke plaats.
8. Rijd naar de dichtstbijzijnde
bandenspecialist om de beschadigde
band te laten vervangen. Vertel,
voordat de band van de velg wordt
afgenomen, de bandenspecialist dat
de band een afdichtmiddel bevat.
Vervang de set zo snel mogelijk na
eenmalig gebruik.
N.B.: Bedenk dat een bandenreparatieset
slechts voor tijdelijke mobiliteit zorgt.
Voorschriften aangaande bandreparatie na
gebruik van de bandenreparatieset kunnen
per land verschillen. Raadpleeg een
bandenspecialist voor advies.
WAARSCHUWING
Voordat u wegrijdt moet de band de
voorgeschreven bandenspanning
hebben. Zie Technische
specificatie (bladzijde 275). Controleer
voortdurend de bandenspanning tot de
band is vervangen.
Lege flessen afdichtmiddel mogen samen
met het huishoudelijk afval worden
afgevoerd. Breng resten afdichtmiddel
naar uw dealer of voer ze af volgens de
lokale richtlijnen.
VERZORGING VAN BANDEN
Om ervoor te zorgen dat de banden van de
voor- en achterwielen van uw auto
gelijkmatig slijten en een langere
levensduur hebben, adviseren we de wielen
met regelmatige intervallen tussen 5000
en 10000 kilometer van voor naar achter
en vice versa te wisselen.
LET OP
Laat tijdens het parkeren de
bandwangen niet langs stoepbanden
schuren.
Als u een stoeprand moet oprijden, doe het
dan zo langzaam mogelijk en rijd zo
mogelijk haaks met de wielen het trottoir
op.
Controleer de banden regelmatig op
scheuren, vreemde voorwerpen of
onregelmatige slijtage van het loopvlak.
Ongelijkmatige slijtage kan betekenen dat
de wieluitlijning niet meer aan de
specificaties voldoet.
Controleer iedere twee weken de
bandenspanning (inclusief het reservewiel)
wanneer de banden koud zijn.
272
Velgen en banden