SNELHEIDSBEGRENZER
GEBRUIKEN
Druk op de toets A om het systeem in en
uit te schakelen.
Snelheidslimiet instellen
Gebruik de cruise control schakelaars om
de instelling van de maximumsnelheid te
wijzigen.
Druk op de SET+ schakelaar of de SET-
schakelaar om de gewenste snelheidslimiet
in te stellen.
Druk op knop B om de begrenzer uit te
schakelen en deze in de standby-modus te
zetten.
Druk op de knop RES om de begrenzer in
te schakelen.
BESTUURDERS-
WAARSCHUWING
Het systeem controleert automatisch uw
rijgedrag aan de hand van verschillende
inputs incl. de voorste camerasensor.
Indien het systeem ontdekt dat u slaperig
wordt of dat uw rijstijl verslechtert,
waarschuwt het systeem u.
BESTUURDERS-
WAARSCHUWING GEBRUIKEN
Het systeem in- en uitschakelen
Activeer het systeem m.b.v. het
informatiedisplay.
Systeemdisplay
Wanneer het systeem actief is, loopt het
automatisch op de achtergrond en geeft
het uitsluitend indien nodig
waarschuwingen. U kunt de status te allen
tijde bekijken m.b.v. het informatiedisplay.
Het alertheidsniveau wordt in zes stappen
op een gekleurde balk weergegeven.
De statusbalk verloopt van links naar rechts
met het afnemen van het berekende
alertheidsniveau.
• Groen - Geen rustpauze vereist.
• Geel - Eerste (tijdelijke) waarschuwing.
• Rood - Tweede waarschuwing.
WAARSCHUWING RIJDEN
BUITEN BAAN
Het systeem registreert en volgt
automatisch de rijstrookmarkeringen op de
weg. Indien het registreert dat de auto
onbedoeld naar de rijstrookgrenzen afdrijft,
wordt een visuele waarschuwing
weergegeven in het informatiedisplay. Ook
wordt een waarschuwing gegeven in de
vorm van een trilling die in het stuurwiel
voelbaar is.
15