4. Zet de wielmoeren in de aangegeven
volgorde voorlopig vast.
5. Laat de auto zakken en verwijder de
krik.
6. Draai de wielmoeren in de aangegeven
volgorde definitief vast. Zie
Technische specificatie (bladzijde
134).
7. Breng de wieldop aan met de bal van
uw hand.
BANDENREPARATIESET
Uw auto heeft eventueel geen reservewiel.
In dat geval is er een bandenreparatieset
aan boord, waarmee u één lekke band kunt
repareren.
De bandenreparatieset bevindt zich in de
reservewielkuip.
Algemene informatie
WAARSCHUWINGEN
Afhankelijk van het type en de
omvang van de beschadiging kunnen
sommige banden slechts gedeeltelijk
of soms geheel niet worden gedicht. Een
te lage bandenspanning kan het
weggedrag van de auto beïnvloeden,
waardoor u de macht over het stuur kunt
verliezen.
Gebruik de bandenreparatieset niet
wanneer de band al beschadigd is
door het rijden met een te lage
bandenspanning.
Gebruik de bandenreparatieset niet
bij run flat banden.
Probeer geen andere lekken te
dichten dan zichtbare lekken in het
loopvlak van de band.
Probeer geen lekken te dichten in de
bandwang.
Met de bandenreparatieset kunt u de
meeste gaatjes dichten [tot een diameter
van zes millimeter], waarna u tijdelijk
verder kunt rijden.
Let op het volgende bij het gebruik van de
set:
• Rijd voorzichtig en maak geen
plotselinge stuurbewegingen, vooral
wanneer de auto zwaar is beladen of
tijdens het rijden met een aanhanger.
• De set zorgt voor een tijdelijke
reparatie, waardoor u uw reis tot de
volgende dealer of bandenspecialist
kunt voortzetten, of een afstand van
maximaal 200 km (125 mijl) kunt
afleggen.
• Rijd niet sneller dan maximaal
80 km/u (50 mph).
129
Velgen en banden