AUTOMATISCHE
VOLUMEREGELING (AVC)
Met de AVC wordt automatisch het
geluidsvolume geregeld, zodat
motorgeluiden en bandgeruis
worden gecompenseerd. Indien van
toepassing:
• Druk meerdere keren op de
MENU toets tot een AVC display
verschijnt.
• Druk op de SEEK toets of de
links/rechts pijltjestoetsen om de
AVC instelling te wijzigen.
• Of druk, bij de Sony CD/6CD, kort
op de MENU toets en gebruik de
op/neer pijltjestoetsen om een
AVC display te selecteren.
• Druk op de MENU toets om uw
keuze te bevestigen.
REDUCTIE
GELUIDSVERVORMING
(CLIP)
Wanneer de functie CLIP is
ingeschakeld, detecteert de
audio-installatie automatisch
geluidsvervormingen en wordt het
volume verlaagd tot de vervorming
is opgeheven. Dit betekent dat
wanneer u het volume handmatig
verhoogt de waarde op het display
verandert, maar het geluidsvolume
mogelijk niet toeneemt. Indien van
toepassing:
• Houd de MENU toets ingedrukt
tot het display verandert. Druk
vervolgens meerdere keren op
de MENU toets tot een CLIP
display verschijnt.
• Druk op de SEEK toets of de
links/rechts pijltjestoetsen om de
functie in of uit te schakelen.
• Of druk, bij de Sony CD/6CD, op
de MENU toets en houd de toets
ingedrukt tot het display verandert
en gebruik de op/neer
pijltjestoetsen om een CLIP
display te selecteren.
• Druk op de MENU toets om uw
keuze te bevestigen.
DIGITALE
SIGNAALVERWERKING
(DSP)
Wanneer uw toestel met DSP is
uitgerust, kunt u een aantal
akoestische instellingen selecteren
afhankelijk van het soort muziek dat
u gaat beluisteren, zoals ‘JAZZ’,
‘CONCERT’, ‘CHURCH’, ‘STADIUM’,
‘POP’, ‘CLASSICAL’ of ‘ROCK’.
• Druk meerdere keren op de DSP
toets tot een DSP display
verschijnt.
• Selecteer met de volumeknop of
bij Sony toestellen met de op/neer
pijltjestoetsen de gewenste
instelling en het display bevestigt
uw selectie.
24
Menu's audio-installatie