www www
43 44
Richtlijnen voor gebruik
Vlees en vis
V
in voordat u ze vacuüm sealt in een FoodSaver-zak. Zo blijven het
vocht en de vorm beter bewaard en wordt de zak beter geseald.
u het vlees of de vis niet van tevoren kunt invriezen, legt u een stuk
gevouwen keukenpapier tussen het vlees of de vis en de bovenkant
van de zak, maar onder de sealrand.
Laat het papier in de zak om overmatig vocht te absorberen tijdens
het vacumeren en sealen.
Opmerking: Door het verwijderen van zuurstof kan rundvlees
donkerder van kleur worden nadat dit vacuüm is verpakt. Dit is
normaal en betekent niet dat het vlees is bedorven.
Harde kaas
Houd kaas vers door deze na ieder gebruik
opnieuw vacuüm te verpakken. Maak de
FoodSaver® -zak extra lang: 25 mm folie extra voor
elke keer dat u van plan bent de zak te openen en
opnieuw te sealen, naast de 75 mm extra die u gewoonlijk vrij laat
tussen de inhoud en de sealrand.
Knip de sealrand open en neem de kaas uit de zak.
bent, doet u de kaas weer in de zak en sealt u deze opnieuw
Belangrijk: Door het risico voor anaerobe bacteriën mogen zachte
kazen niet vacuüm worden verpakt.
Groenten
Groenten moeten worden geblancheerd (ofwel
voorgekookt) voordat ze vacuüm worden
geseald. Zo worden ongewenste enzymen
verwijderd die tot verlies van smaak, kleur en
textuur kunnen leiden.
V
water of in de magnetron te koken totdat ze gaar maar nog
knapperig zijn. Kooktijden voor blancheren variëren van 1 tot 2
minuten voor bladgroenten en doperwten, 3 tot 4 minuten voor
peultjes, gesneden courgettes of broccoli, 5 minuten voor worteltjes
en 7 tot 1
blancheren onder in koud water om het gaarproces te onderbreken.
Droog de groenten tenslotte voordat ze vacuüm worden verpakt.
Opmerking:
bloemkool, boerenkool, knolraap) geven gassen af wanneer ze
worden bewaard. Ze kunnen daarom na het blancheren alleen in de
vriezer worden bewaard.
Als u groenten vacuüm wilt verpakken om in te vriezen, kunt u ze
het beste eerst 1-2 uur (of totdat ze diepgevroren zijn) invriezen.
u individuele porties groenten wilt invriezen, verspreid u de porties
eerst op een vel bakpapier zodat ze elkaar niet raken. Zo voorkomt
u dat ze samen als één blok worden ingevroren. Wanneer ze zijn
ingevroren, kunt u ze van het bakpapier verwijderen en vacuüm
sealen in een FoodSaver® -zak. Nadat ze vacuüm zijn verpakt, kunt
u ze weer in de diepvries leggen.
Belangrijk: Door het risico voor anaerobe bacteriën mogen
champignons, uien en knoflook niet vacuüm worden geseald.
Bladgroenten
V
in een bus worden bewaard. Was de groente eerst en
droog de bladeren vervolgens op papier van een
keukenrol of in een slacentrifuge. Leg de droge bladeren
vervolgens in een FoodSaver® -vershoudbus en seal de bus vacuüm
op normale wijze. Bewaar de bus in de koelkast.
Fruit
Als u zacht fruit of bosvruchten vacuüm wilt sealen om in
te vriezen, kunt u ze het beste eerst 1-2 uur (of totdat ze
diepgevroren zijn) invriezen.
wilt invriezen, verspreid u de porties eerst op een vel
bakpapier zodat ze elkaar niet raken. Zo voorkomt u dat
ze samen als één blok worden ingevroren. Wanneer ze
zijn ingevroren, kunt u de porties van het bakpapier verwijderen en
vacuüm sealen in een FoodSaver® -zak.
Nadat ze vacuüm zijn geseald, kunt u ze weer in de diepvries
leggen. Porties fruit kunnen vacuüm worden geseald om later in
recepten te verwerken of u kunt uw favoriete vruchtcombinaties
sealen zodat u het hele jaar lang van heerlijke vruchtensalades kunt
genieten.
om een FoodSaver® -vershoudbus te gebruiken.
Bakproducten
Gebruik een FoodSaver® -vershoudbus voor zachte of
luchtige bakproducten, zodat ze niet worden geplet
en de vorm behouden blijft wanneer ze vacuüm
worden verpakt.
producten van tevoren gedurende 1-2 uur in te
vriezen of totdat ze diepgevroren zijn. Om tijd te besparen kunt u
deeg voor koekjes of pasteitjes of zelfs gevulde pasteitjes maken, of
droge ingrediënten mengen en vacuüm verpakken voor later
gebruik.
Koffie en voedsel in poedervorm
Plaats een koffiefilter of stuk keukenrol op de zak of
bus voordat het product vacuüm wordt geseald, om
te voorkomen dat kleine voedseldeeltjes in de
vacuümpomp worden gezogen. U kunt de
producten ook in hun originele verpakking in een
FoodSaver® -vershoudzak doen of een FoodSaver® Universal Lid op
de productdoos gebruiken om ze vacuüm te sealen.
Vloeistoffen
Giet vloeistoffen in een schaal, cakevorm of
ijsblokjesvorm en laat ze invriezen voordat u de
vloeistof vacuüm gaat sealen. De ingevroren vloeistof
kan dan uit de vorm worden genomen en vacuüm
worden geseald in een FoodSaver® -zak. De
ingevroren blokken kunnen dan gemakkelijk in uw diepvries worden
opgestapeld.
Wanneer u een blok wilt gebruiken, knipt u een hoekje van de zak
en legt u de zak in een schaal in de magnetron, of legt u de zak in
zacht kokend water (maximaal 75°C).
V
kunt u een FoodSaver® -flesafsluiter gebruiken op de originele fles.
Zorg wel dat er minstens 25 mm ruimte is tussen de inhoud in de
fles en de onderkant van de flesafsluiter
na gebruik weer opnieuw worden geseald.
V
Bewaar uw kant-en-klare maaltijden, restjes en
sandwiches efficiënt in stapelbare, lichte
FoodSaver® -vershouddozen. Ze zijn geschikt voor
de magnetron, kunnen op het bovenste rek in de
vaatwasmachine worden gereinigd en worden
geleverd met een speciale adapter
De lichte containers zijn zo altijd klaar om mee te nemen naar
kantoor
Snacks
Uw snacks blijven langer vers wanneer ze
vacuüm zijn geseald. Gebruik een FoodSaver® -
vershoudbus voor etenswaren zoals toastjes, die
makkelijk breken.
Problemen oplossen
P Oplossing
Seallampje knippert. • Het apparaat is oververhit. Wacht altijd 20 seconden tussen het sealen.
• Bij intensief gebruik schakelt het apparaat automatisch uit en gaat het seallampje knipperen.
Wacht enkele minuten tot het apparaat is afgekoeld.
• De vacuümpomp heeft langer dan 120 seconden gelopen. Bij intensief gebruik schakelt het
apparaat automatisch uit en gaat het seallampje knipperen.
V
geen lucht uit de zak gezogen. • Als u een zak maakt van een rol, moet u ervoor zorgen dat één uiteinde van de zak is geseald.
Leg de zak goed neer en probeer het nogmaals. Controleer of het open uiteinde van de zak naar
onderen in de vacumeersleuf is geplaatst.
• Controleer de sealrand op kreukels of vouwen. T
vacumeersleuf plaatst om kreukels in de sealrand te voorkomen.
• Open het apparaat en controleer of er zich geen vreemde voorwerpen, vuil of voedselresten op
de bovenste afdichting bevinden.
De zak wordt niet goed geseald. • Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Als er te veel vloeistof in de zak zit, moet u de inhoud eerst invriezen voordat u deze vacuüm
sealt.
• Controleer op voedselresten om de gesealde delen. Reinig de afdichtingen indien nodig.
• De zak is gekreukt: trek de zak voorzichtig plat wanneer u deze in de vacumeersleuf plaatst om
kreukels in de sealrand te voorkomen.
• Het apparaat is oververhit. Wacht enkele minuten tot het apparaat is afgekoeld.
Er branden geen lampjes op het
bedieningspaneel. • Controleer of de stekker van het apparaat in het stopcontact zit.
• Controleer of de vergrendeling helemaal omlaag in de bedrijfsstand is gezet.
Er gebeurt niets wanneer het
kijkvenster voor vacumeren sluit. • Controleer of de stekker van het apparaat in het stopcontact zit.
• Controleer of de vergrendeling helemaal omlaag in de bedrijfsstand is gezet.
Kan de zak niet in de vacuümsealer
invoeren. • Controleer of de zak groot genoeg is om het midden van het lekbakje te bereiken. Zorg voor
ongeveer 75 mm extra ruimte, zodat de zak strak om de inhoud in de zak kan worden geseald.
• Trek de zak voorzichtig plat wanneer u deze in de vacumeersleuf plaatst. Controleer of het open
uiteinde van de zak naar beneden gekruld in de vacumeersleuf is geplaatst.
De lucht was wel uit de zak
gezogen, maar er is nu weer lucht
in de zak.
• Bekijk de sealrand. Kreukels of vouwen in de sealrand kunnen de reden zijn dat er weer lucht
in de zak komt. T
kreukels in de sealrand te voorkomen.
• Als er zich vocht of voedselresten (zoals sap, vet, kruimels of poeder) langs de sealrand
bevinden, kan de zak niet goed worden geseald. Knip de zak open, veeg de bovenrand aan de
binnenkant schoon en seal de zak opnieuw
• De zak kan beschadigd zijn door scherpe voedingswaren.
een nieuwe zak gebruiken. Wikkel scherpe voedingswaren in zacht, beschermend materiaal,
zoals papier van een keukenrol, en seal de zak dan nogmaals.
• Het voedsel kan zijn gaan gisten of kan natuurlijke gassen hebben vrijgelaten. Dit kan het begin
van bederf betekenen en het voedsel moet worden weggegooid.
De zak is gesmolten. • De sealrand kan te warm zijn geworden. Laat het apparaat altijd minstens 20 seconden afkoelen
voordat u de volgende zak sealt.
• Gebruik zakken van het Foo® -merk. Fo® -zakken en -rollen zijn speciaal
ontwikkeld voor gebruik met Foo® -apparaten.
