201
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
REMVLOEISTOF fig. 11
Draai de dop A los en controleer of de
vloeistof in het reservoir op het hoogste
niveau staat.
Het niveau mag nooit het MAX-merk-
teken overschrijden.
Voor het bijvullen mag uitsluitend rem-
vloeistof worden gebruikt die voldoet
aan de DOT4-specificaties. Het ver-
dient aanbeveling TUTELA TOP 4
remvloeistof te gebruiken; dezelfde rem-
vloeistof, waarmee het remsysteem
door de fabriek is gevuld.
BELANGRIJK De remvloeistof is hygro-
scopisch (trekt water aan). Als de auto
overwegend wordt gebruikt in gebieden
met een hoge luchtvochtigheid, dan
moet de vloeistof vaker worden vervan-
gen dan in het “Onderhoudsschema”
staat aangegeven.
Controleer visueel het niveau van de
vloeistof in het reservoir.
fig. 11
F0M0155m
Rijd niet met een leeg ruiten-
sproeierreservoir: de ruiten-
sproeiers zijn van fundamenteel
belang voor een optimaal zicht.
ATTENTIE
Enkele in de handel verkrijg-
bare ruitensproeiervloei-
stoffen zijn licht ontvlambaar. In de
motorruimte bevinden zich warme
onderdelen die bij contact de vloeistof
kunnen doen ontbranden.
ATTENTIE
Voorkom, als u de dop los-
draait, contact tussen de
zeer corrosieve vloeistof en
de lak. Als remvloeistof
wordt gemorst, moet de lak onmid-
dellijk met water worden afgespoeld.
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst,
moeten de betreffende delen on-
middellijk worden gewassen met
water en neutrale zeep en daarna
met veel water worden afgespoeld.
Bij inslikken dient onmiddellijk een
arts te worden geraadpleegd.
ATTENTIE
Het symbool
π
op het
reservoir geeft aan dat syn-
thetische remvloeistof en geen
minerale vloeistof moet worden
gebruikt. Het gebruik van minerale
vloeistoffen moet absoluut worden
vermeden, omdat de rubbers in het
remsysteem door deze vloeistoffen
worden beschadigd.
ATTENTIE