❒
plaats de slinger H in de krik I en zet
de auto omhoog, totdat het wiel
enige centimeters los van de grond is.
Als u de slinger draait, moet u zorgen
voor voldoende werkruimte, zodat u
geen schaafwonden aan uw hand
oploopt door contact met de grond.
Ook de bewegende delen van de krik
(schroefdraad en scharnieren) kunnen
letsel veroorzaken: vermijd contact
met deze onderdelen. Reinig uw han-
den zorgvuldig als deze met vet in
contact zijn geweest;
❒
draai de 3 wielbouten los en verwij-
der het wieldeksel (indien aanwezig);
draai vervolgens de vierde wielbout
L-fig. 6 los en trek het wiel los;
❒
zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het noodreserve-
wiel schoon zijn en geen onzuiver-
heden bevatten, omdat hierdoor na
verloop van tijd de wielbouten kun-
nen loslopen;
fig. 6
F0G0233m
127
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
❒
plaats de krik dicht bij het te
verwisselen wiel, bij het teken
O
op
de chassisbalk;
❒
controleer of de groef F-fig. 5 van de
krik goed om de rand G van de chas-
sisbalk valt;
❒
waarschuw eventuele omstanders dat
de auto wordt opgekrikt; zorg ervoor
dat ze zich niet in de nabijheid van de
auto bevinden en de auto vooral niet
aanraken totdat deze weer geheel op
de grond staat;
fig. 5
F0G0173m