46
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
KLIMAATREGELING, HANDBEDIEND (indien aanwezig)
KLIMAATREGELING
Met de draaiknop D kan de lucht op 5 ma-
nieren over het hele interieur worden ver-
deeld:
¶
luchtstroom uit de luchtroosters in het
midden en de uitstroomopeningen aan
de zijkant;
ß
voor verwarming van de beenruimten,
waarbij de luchtstroom op het gelaat
koel blijft (“bilevel”-stand);
©
voor een snellere verwarming van het
interieur;
®
voor verwarming van het interieur en
ontwaseming van de voorruit;
-
voor ontwaseming/ontdooiing van de
voorruit en de zijruiten voor.
VERWARMING
Ga als volgt te werk:
❒ draai de knop A geheel naar rechts (in
stand
-
);
❒ draai de knop C op de gewenste snelheid;
❒ draai de knop D in stand:
®
voor verwarming van de beenruim-
ten en ontwaseming van de voorruit;
ß
voor lucht naar de beenruimten en
koelere lucht uit de luchtroosters in
het midden en de uitstroomope-
ningen op het dashboard;
©
voor een snelle verwarming.
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 47
A: draaiknop voor regeling van de lucht-
temperatuur (menging van warme/
koude lucht);
B: schuif voor in- en uitschakelen lucht-
recirculatie;
C: draaiknop voor inschakeling van de
aanjager en in-/uitschakeling van de air-
conditioning;
D: draaiknop voor de luchtverdeling.
fig. 47
FF00TT00002299mm