REGELING AANJAGERSNELHEID
Ga voor een goede ventilatie van het in-
terieur als volgt te werk:
❒ open de luchtroosters in het midden en
de uitstroomopeningen aan de zijkant
geheel;
❒ draai de knop A in het blauwe vlak;
❒ zet de schuif B in stand
¶
;
❒ draai de knop C op de gewenste snel-
heid;
❒ draai de knop D in stand
¥
.
RECIRCULATIE INSCHAKELEN
Zet de schuif B in stand
v
.
Het verdient aanbeveling om de lucht-
recirculatie in te schakelen in de file of in
tunnels. Hiermee wordt voorkomen dat
vervuilde lucht het interieur bereikt.
Het is niet raadzaam dit systeem langdurig
te laten werken, omdat anders, vooral als
u met meerdere personen in de auto zit,
de kans aanzienlijk toeneemt dat de ruiten
beslaan.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kunnen, afhankelijk van de werking van het
systeem (“verwarming” of “koeling”), de
gewenste omstandigheden sneller bereikt
worden. Het is echter niet raadzaam
deze functie in te schakelen op regen-
achtige of koude dagen, omdat dan de
ruiten aan de binnenzijde aanzienlijk snel-
ler kunnen beslaan.
ONTWASEMING/
ONTDOOIING ACHTERRUIT EN
BUITENSPIEGELS
(indien aanwezig)
Druk op de knop ( om deze functie in
te schakelen. Bij inschakeling gaat het
lampje op de knop branden.
U kunt de verwarming eerder uitschakelen
door nogmaals de knop ( in te drukken.
BELANGRIJK Plak geen stickers of
andere plaatjes op de elektrische weer-
standsdraden aan de binnenzijde van de
achterruit, om beschadiging van de
achterruitverwarming te voorkomen.
fig. 46
FF00TT00004488mm
45
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING