201
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
❒
stop zo snel mogelijk bij een lekke
band en verwissel het wiel om
beschadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting te
voorkomen;
❒
banden verouderen, ook als zij weinig
of nooit gebruikt zijn. Scheurtjes in
het loopvlak en op de wangen geven
aan dat de band verouderd is.
Banden die langer dan zes jaar onder
een auto gemonteerd zijn, moeten
dan ook door een specialist worden
gecontroleerd. Dit geldt in het bij-
zonder voor het noodreservewiel;
❒
monteer nooit gebruikte banden of
banden, waarvan de herkomst on-
bekend is;
❒
bij de montage van een nieuwe band
moet ook het ventiel vernieuwd
worden;
❒
om een gelijke slijtage van de banden
op de vooras en de achteras te ver-
krijgen, is het raadzaam de banden
om de 10.000 / 15.000 km van as te
verwisselen. Hierbij moeten de ban-
den aan dezelfde zijde van de auto
gemonteerd blijven, zodat een
omkering van de draairichting wordt
voorkomen.
Bedenk dat ook de weg-
ligging afhankelijk is van
een juiste bandenspanning.
ATTENTIE
Verwissel de banden niet
kruiselings, waarbij de
banden van de rechterzijde aan de
linkerzijde en omgekeerd worden
gemonteerd.
ATTENTIE
Door een te lage banden-
spanning wordt de band te
heet, waardoor onherstelbare
inwendige schade aan de band kan
ontstaan.
ATTENTIE
Voer bij lichtmetalen velgen
geen spuitwerkzaamheden
uit die een temperatuur vereisen
boven 150°C. De mechanische
eigenschappen van de wielen
kunnen hierdoor in gevaar worden
gebracht.
ATTENTIE
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het
rem- en brandstofsysteem zeer nauw-
keurig de voorschriften van het
“Onderhoudsschema” in dit hoofdstuk
aan.
Ozon, hoge temperaturen en het ge-
durende langere tijd ontbreken van
vloeistof in een systeem zorgen ervoor
dat de slangen uitdrogen en scheuren,
waardoor het betreffende systeem kan
gaan lekken. Daarom is zorgvuldige
controle noodzakelijk.