196
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
REMVLOEISTOF fig. 15
Draai de dop A los en controleer of de
vloeistof in het reservoir op het hoogste
niveau staat.
Het niveau mag nooit het MAX-merk-
teken overschrijden.
Controleer regelmatig de werking van
het waarschuwingslampje
x
op het in-
strumentenpaneel.
Voor het bijvullen mag uitsluitend rem-
vloeistof worden gebruikt die voldoet
aan de DOT 4-specificaties. Het verdient
aanbeveling TUTELA TOP 4 remvloei-
stof te gebruiken; dezelfde remvloeistof,
waarmee het remsysteem door de
fabriek is gevuld.
Uitvoeringen 2.2
Wendt u voor het bijvullen en het even-
tueel vervangen van de olie van de stuur-
bekrachtiging, tot de Fiat-dealer.
Voorkom dat de olie van de
stuurbekrachtiging in con-
tact komt met warme delen van de
motor: de olie is licht ontvlambaar.
ATTENTIE
fig. 15
F0L0196m
Voorkom, als u de dop los-
draait, contact tussen de
zeer corrosieve vloeistof en
de lak. Als remvloeistof
wordt gemorst, moet de lak onmid-
dellijk met water worden afgespoeld.
BELANGRIJK De remvloeistof is hygro-
scopisch (trekt water aan). Als de auto
overwegend wordt gebruikt in gebieden
met een hoge luchtvochtigheid, dan
moet de vloeistof vaker worden ver-
vangen dan in het “Onderhoudsschema”
staat aangegeven.