107
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
GROEP 3
Bij kinderen met een gewicht tussen 22 en
36 kg is de borstomvang van dien aard dat
de kinderen gewoon tegen de rugleuning
kunnen steunen en niet meer in een kinder-
zitje hoeven te worden vervoerd.
In fig. 10 wordt een voorbeeld gegeven
van de juiste positie van het kind op de ach-
terbank.
Kinderen die langer zijn dan 1,50 m kunnen
net zoals volwassenen de veiligheidsgordels
omleggen.
fig. 10
F0L0066m
De afbeelding dient alleen
ter illustratie van de beves-
tiging. Houdt u voor de montage van
het kinderzitje aan de instructies. De
fabrikant is verplicht deze instructies
bij te leveren.
ATTENTIE
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN
DE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van
kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel:
ZITPLAATS
Passagier Passagier Passagier
Groep Gewicht voor achter in het midden
aan de zijkant
Groep 0, 0+ tot 13 kg U (
▼
)U *
Groep 1 9-18 kg U (
▼
)U *
Groep 2 15-25 kg U (
▼
)U *
Groep 3 22-36 kg U (
▼
)U *
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-
voorschriften voor de aangegeven “groepen”.
(
▼
) bij auto’s met een passagiersstoel zonder hoogteverstelling, moet de rugleuning
volledig rechtop staan.
(*) Op de middelste zitplaats achter kan geen enkel type kinderzitje worden gemon-
teerd.