69
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ASBAK
De asbak is in de tunnelconsole
geplaatst; plaats voor gebruik het klepje
A-fig. 81 omhoog.
De asbak kan uit de houder worden
getrokken om te worden geleegd.
In de armsteunen van de passagiers-
portieren is een asbak geplaatst; plaats
voor gebruik het klepje omhoog. De
asbak B-fig. 82 kan uit de houder wor-
den getrokken om te worden geleegd.
ZONNEKLEPPEN fig. 83
De zonnekleppen zitten aan beide zijden
naast de binnenspiegel. Ze kunnen voor
de voorruit of voor de zijruit worden
gedraaid.
Op de achterzijde van de zonneklep aan
bestuurders- en passagierszijde bevindt
zich een spiegeltje met verlichting. Door
de verlichting kunnen de spiegeltjes ook
bij weinig licht gebruikt worden.
Open het klepje A om het spiegeltje te
gebruiken.
STEKKERDOOS fig. 84
Deze werkt alleen als de contactsleutel
in stand ON staat en bevindt zich onder
de uitstroomopeningen in het midden
voor de zitplaatsen achter.
Open voor gebruik het beschermdeksel
A.
fig. 81
F0L0110m
fig. 82
F0L0111m
fig. 83
F0L0041m
fig. 84
F0L0042m