49
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
▲
▼
Luchtstroom verdeeld over de lucht
roosters in de beenruimten en de
luchtroosters voor ontwaseming/
ontdooiing van de voorruit en zij-
ruiten voor. Deze luchtverdeling
zorgt voor een goede verwarming
van het interieur en voorkomt het
eventuele beslaan van de ruiten.
▲
˙
Luchtstroom verdeeld over
▼
de luchtroosters van de voorruit,
de uitstroomopeningen in het
midden/aan de zijkant en de lucht
roosters in de beenruimten.
Deze luchtverdeling zorgt voor
een goede klimaatbeheersing in
de zomer.
▲
Luchtstroom verdeeld over de
˙
luchtroosters van de voorruit en
de uitstroomopeningen in het mid-
den/aan de zijkant van het dash-
board. Deze luchtverdeling zorgt
voor een goede koeling van het
interieur in de zomer.
De luchtverdeling wordt gekozen met
de knoppen B en F volgens de “rol-
ling”-methode, overeenkomstig de volg-
orde die in het volgende schema ver-
meld staat fig. 48.
De ingestelde luchtverdeling wordt
weergegeven door het gaan branden van
de betreffende symbolen op het display.
Voor het hervatten van de automatische
werking van de luchtverdeling na een
handmatige instelling, moet de knop
AUTO worden ingedrukt.
F0L0234m
Als u bij FULL AUTO voor de eerste
keer de luchtverdelingsknop B of F
indrukt, wordt op het display de huidige,
automatisch gekozen status weerge-
geven. Hierna kan u via de “rolling”-
methode de gewenste luchtverdeling
kiezen door opnieuw op de knop B of F
te drukken.
Als de bestuurder kiest voor luchtverde-
ling naar de voorruit, wordt ook de lucht-
stroom aan passagierszijde automatisch
naar de voorruit geleid. De passagier kan
vervolgens een andere luchtverdeling
kiezen door de betreffende knoppen in te
drukken.
fig. 48