93
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk
voor het comfort en de veiligheid van uzelf
en de overige weggebruikers. Voor opti-
maal zicht en zichtbaarheid moeten de
koplampen op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot de
Fiat-dealer.
BELANGRIJK Bij het inschakelen van de
gasontladingslampen (Xenon) (indien aan-
wezig) is het normaal dat de koplamp-
bundel ongeveer 2 seconden een vertica-
le beweging maakt. Deze tijd is nodig voor
het stabiliseren van de correcte koplamp-
afstelling.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de con-
tactsleutel in stand ON staat en de dim-
lichten zijn ingeschakeld. Als de auto be-
laden is, helt hij achterover. Het gevolg is
dat de lichtbundel meer naar boven
schijnt. De stand van de koplampen moet
nu worden gecorrigeerd.
Koplampen afstellen fig. 122
Druk op de schakelaar A op het schake-
laarpaneel; als de auto is uitgerust met gas-
ontladingslampen (Xenon), dan wordt de
koplampafstelling elektronisch geregeld en
ontbreekt schakelaar A.
Op het display van het instrumentenpa-
neel wordt de stand aangegeven (fig. 123:
multifunctioneel display - fig. 124: instel-
baar multifunctioneel display).
Stand 0 - een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1 - vijf personen.
Stand 2 - vijf personen + bagage.
Stand 3 - bestuurder + maximale lading in
de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van
de koplampen telkens als het gewicht van
de lading wijzigt.
fig. 122
F0L0050m
fig. 123
F0L0051m
fig. 124
F0L0519m