5
HANDMATIGE FUNCTIE
(MANUAL)
Deze functie biedt de bestuurder de ge-
legenheid de beste overbrengingverhou-
ding te kiezen in relatie tot de gebruiks-
omstandigheden van de auto.
Ga als volgt te werk om over te schake-
len:
❒
plaats de pook in stand (+) om op te
schakelen;
of
❒
plaats de pook in stand (–) om terug te
schakelen.
Als de inschakeling van een versnelling het
correct functioneren van de motor en de
versnellingsbak in gevaar brengt, dan
wordt het schakelcommando genegeerd
en zal het systeem bovendien automatisch
terugschakelen als de motor (bijv. tijdens
afremmen) het stationair toerental nadert.
In deze gevallen waarschuwt het systeem
de bestuurder dat het niet mogelijk is het
schakelcommando uit te voeren.
Houd de hand niet langer op
de versnellingspook dan strikt
noodzakelijk is voor het
schakelen of voor de Auto/
Manual bediening.
BEDIENING OP HET
STUURWIEL (waar voorzien)
Naargelang de uitvoering is sequentieel
schakelen met de bediening op het stuur-
wiel mogelijk (optioneel).
Om de bediening op het stuurwiel te ge-
bruiken moet de versnellingspook zich in de
middelste stand bevinden tussen + en –:
❒
de selectorhendel in de stand + plaatsen:
opschakelen;
❒
de selectorhendel in de stand – plaatsen:
terugschakelen.
Schakelen is alleen mogelijk bij voldoende
motortoerental
AUTOMATISCHE FUNCTIE
(AUTO)
Voor het in-/uitschakelen van de automa-
tische functie (AUTO) moet de pook A
in stand A/M worden gezet; de inschake-
ling van de functie wordt aangegeven door
de weergave van het bericht AUTO en de
ingeschakelde versnelling op het display fig.
4-5. Als de functie AUTO is ingeschakeld,
zal het systeem schakelen afhankelijk van
de snelheid van de auto, het motortoe-
rental en de snelheid waarmee het gaspe-
daal wordt ingetrapt. Tijdens de automati-
sche functie kan ook met de versnellings-
pook worden overgeschakeld, zonder
daarvoor de functie uit te schakelen: met
dit “schakeladvies” wordt de automatische
functie tijdelijk uitgeschakeld om de door
de bestuurder gewenste versnelling in te
schakelen.
Houd de hand niet langer op
de versnellingspook dan strikt
noodzakelijke is voor het
schakelen of voor de Auto/
Manual bediening.
fig. 4
F0S0230m
fig. 5
F0S0231m