4
WERKING
De versnellingsbak kan op twee manieren
worden bediend:
❒
de eerste: handmatig (MANUAL),
waarbij de bestuurder beslist wanneer
er geschakeld wordt;
❒
de tweede: compleet automatisch
(AUTO), waarbij het systeem beslist
wanneer er geschakeld wordt. Bij de
versie 1.2 met deze bediening kan de
functie ECO (Economy) functie wor-
den gebruikt om het brandstofverbruik
te verminderen. Druk op knop E-fig. 3
op het schakelmasker van de pook om
deze functie in te schakelen.
Bij de versie 1.4 kan de functie SPORT
worden gebruikt die inwerkt op de over-
brenging, de motorregeleenheid en de stu-
ring voor een sportieve rijstijl. Druk op de
toets D-fig. 3a op het dashboard om de-
ze functie in te schakelen.
De versnellingen en de functies
(MANUAL of AUTO) kunnen worden
gekozen met de versnellingspook A-fig. 3
op de middenconsole (zie de afbeelding).
fig. 3 - uitvoering 1.2
F0S0236m
Bij de onvergrendelde standen keert de
pook direct na het loslaten terug in de mid-
denstand. Dit zijn de standen voor het
opschakelen (+), het terugschakelen (–) en
de stand voor de automatische functie
(A/M).
Er wordt teruggekeerd naar de handma-
tige bediening als de pook opnieuw in
stand A/M wordt gezet.
Bij stilstaande auto en uitgenomen con-
tactsleutel kunt u de pook zonder of met
ingetrapt rempedaal verplaatsen. Het sys-
teem voert geen enkele verandering uit als
de pook wordt verplaatst. De versnelling
die was ingeschakeld voordat de contact-
sleutel werd uitgenomen, blijft in het
geheugen opgeslagen.
WAARSCHUWING Als bij ingeschakelde
motor de stand van de pook niet over-
eenkomt met de daadwerkelijk inge-
schakelde versnelling, dan is een geluid-
signaal hoorbaar tot de stand hersteld is.
VERSNELLINGSPOOK
De versnellingspook A, op het dashboard
heeft drie vergrendelde en drie onver-
grendelde standen.
De drie vergrendelde standen komen over-
een met de vrijstand (N), de achteruit (R)
en de middelste stand die zich tussen de
onvergrendelde standen (+) en (–) be-
vindt.
fig. 3a - uitvoering 1.4