ëÄÑéÇõâ àáåÖãúóàíÖãú
GSM1002 / FSG-2400S
íÖïçàóÖëäàÖ
ïÄêÄäíÖêàëíàäà
&ËÙ˚, Û͇Á‡ÌÌ˚ ‚ ‰‡ÌÌÓÏ ÚÂÍÒÚÂ,
ÒÓÓÚ‚ÂÚÒÚ‚Û˛Ú ËÒÛÌÍ‡Ï Ì‡ ÒÚ‡Ìˈ 2
àçîéêåÄñàü éÅ àáÑÖãàà
êËÒÛÌÓÍ A
1. ÇÔÛÒÍ
2. èÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÇÍÎ/Ç˚ÍÎ
3. èÂÂÍβ˜‡ÚÂθ: àÁÏÂÌÂÌË ̇ԇ‚ÎÂÌËfl
‚‡˘‡˛˘Â„Ó ÌÓʇ
4. èÓ‰Íβ˜ÂÌËÂ Í ËÒÚÓ˜ÌËÍÛ ÔËÚ‡ÌËfl
5. èÓ‰ÒÚ‡‚ÍË
6. Ç˚ÔÛÒÍÌÓÂ ÓÚ‚ÂÒÚËÂ
7. äÓÔÛÒ
8. òÂÒÚË„‡ÌÌ˚È Íβ˜
9. ê„ÛÎËÛ˛˘ËÈ ·ÓÎÚ
ëéÑÖêÜàåéÖ ìèÄäéÇäà
1 ÓÒÌÓ‚ÌÓÂ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó
2 ÔÓ‰ÒÚ‡‚ÍË
4 ·ÓÎÚ‡
4 ¯‡È·˚
4 ÔÛÊËÌÌ˚ ¯‡È·˚
1 ‚‡Î
1 ·Óθ¯‡fl ‡ÒÔÓ͇
2 χÎ˚ ‡ÒÔÓÍË
2 ¯‡È·˚
2 ¯ÔÎËÌÚ‡
2 ÍÓÎÂÒ‡
2 ÍÓÎÔ‡˜Í‡ ̇ ÍÓÎÂÒ‡
1 ¯ÂÒÚË„‡ÌÌ˚È Íβ˜
1 ËÌÒÚÛ͈Ëfl ÔÓ ˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË
1 ËÌÒÚÛ͈Ëfl ÔÓ ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË
1 „‡‡ÌÚËÈÌ˚È Ú‡ÎÓÌ
èӂ¸Ú χ¯ËÌÛ, ÌÂÁ‡ÍÂÔÎÂÌÌ˚ Ë
‰ÓÔÓÎÌËÚÂθÌ˚ ‰ÂÚ‡ÎË Ì‡ ̇΢ˠÔÓ‚ÂʉÂÌËÈ,
‚˚Á‚‡ÌÌ˚ı Ú‡ÌÒÔÓÚËÓ‚ÍÓÈ ËÁ‰ÂÎËfl.
éÅéáçÄóÖçàÖ ëàåÇéãéÇ
èÓ˜ËÚ‡ÈÚ ÛÍÓ‚Ó‰ÒÚ‚Ó ÔÓθÁÓ‚‡ÚÂÎfl
éÔ‡ÒÌÓ - ‚‡˘‡˛˘ËÂÒfl ÌÓÊË. ÇÓ ‚ÂÏfl
‡·ÓÚ˚ ËÁÏÂθ˜ËÚÂÎfl ‰ÂÊËÚ ÛÍË Ë ÌÓ„Ë
̇ ÌÂÍÓÚÓÓÏ ‡ÒÒÚÓflÌËË ÓÚ ÓÚ‚ÂÒÚËÈ.
ç ÔÓ‰ÔÛÒ͇ÈÚ ÔÓÒÚÓÓÌÌËı.
çÓÊË ÔÓ‰ÓÎʇ˛Ú ‚‡˘‡Ú¸Òfl ÔÓÒÎÂ
‚˚Íβ˜ÂÌËfl ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡.
Å„ËÚÂÒ¸ ÓÚÎÂÚ‡˛˘Ëı Ó·˙ÂÍÚÓ‚.
ÇÓ ‚ÂÏfl ‡·ÓÚ˚ ̇‰Â‚‡ÈÚ Ò‰ÒÚ‚‡
Á‡˘ËÚ˚ Ó„‡ÌÓ‚ ÁÂÌËfl Ë ÒÎÛı‡.
ìÓ‚Â̸ ‰‡‚ÎÂÌËfl Á‚Û͇
è‰ ‚˚ÔÓÎÌÂÌËÂÏ Í‡ÍËı-ÎË·Ó ‰ÂÈÒÚ‚ËÈ
ÔÓ ÛıÓ‰Û Ë Ó·ÒÎÛÊË‚‡Ì˲ ÓÚÍβ˜ËÚÂ
ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÓÚ ˝ÎÂÍÚÓÓÁÂÚÍË.
àçëíêìäñàà èé
ÅÖáéèÄëçéëíà
èÓʇÎÛÈÒÚ‡, ‚ÌËχÚÂθÌÓ ÔÓ˜ËÚ‡ÈÚ ‰‡ÌÌ˚Â
ËÌÒÚÛ͈ËË Ô‰ ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËÂÏ ‰‡ÌÌÓ„Ó
ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ Ë ÒÓı‡ÌËÚ Ëı ̇ ·Û‰Û˘ÂÂ. ä‡ÈÌÂ
‚‡ÊÌÓ, ˜ÚÓ·˚ ‚˚ ÔÓÌflÎË, Í‡Í ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓ
ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ú¸ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó, ÔÓ˝ÚÓÏÛ,
ÔÓʇÎÛÈÒÚ‡, ̇ȉËÚ ‚ÂÏfl, ˜ÚÓ·˚ ÓÁ̇ÍÓÏËÚ¸Òfl Ò
Ú·ӂ‡ÌËflÏË, Û͇Á‡ÌÌ˚ÏË ‚ ‰‡ÌÌ˚ı ËÌÒÚÛ͈Ëflı.
ÖÒÎË ‚˚ ËÒÔ˚Ú˚‚‡ÂÚ ͇ÍËÂ-ÎË·Ó ÒÓÏÌÂÌËfl ‚
ÓÚÌÓ¯ÂÌËË ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËfl ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡, Ï˚
̇ÒÚÓflÚÂθÌÓ ÂÍÓÏẨÛÂÏ ‚‡Ï ‚ÓÒÔÓθÁÓ‚‡Ú¸Òfl
ÛÒÎÛ„‡ÏË Í‚‡ÎËÙˈËÓ‚‡ÌÌÓ„Ó ÒÔˆˇÎËÒÚ‡.
•ç ÔÛÒ͇ÈÚ ‰ÂÚÂÈ Ë ÊË‚ÓÚÌ˚ı ̇ ‡·Ó˜Û˛
ÚÂËÚÓ˲, Ë ÌË ‚ ÍÓÂÏ ÒÎÛ˜‡Â Ì ÔÓÁ‚ÓÎflÈÚÂ
‰ÂÚflÏ ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ú¸ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ËÎË
ÔËÚ‡„Ë‚‡Ú¸Òfl Í Û‰ÎËÌËÚÂβ ËÎË
˝ÎÂÍÚÓ͇·Âβ. ÇÓ ‚ÂÏfl ÔÓÒÚÓfl ı‡ÌËÚÂ
‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ‚ ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÏ Ë Ì‰ÓÒÚÛÔÌÓÏ
‰Îfl ‰ÂÚÂÈ ÏÂÒÚÂ.
•ÇÓ ‚ÂÏfl ‡·ÓÚ˚ Ò ËÁÏÂθ˜ËÚÂÎÂÏ ‚Ò„‰‡
̇‰Â‚‡ÈÚ Ò‰ÒÚ‚‡ Á‡˘ËÚ˚ Ó„‡ÌÓ‚ ÒÎÛı‡ Ë
Á‡˘ËÚÌ˚ ӘÍË
•ê‡·ÓÚ‡ÈÚÂ Ò ‰‡ÌÌ˚Ï ËÁÏÂθ˜ËÚÂÎÂÏ ÚÓθÍÓ Ì‡
ÓÚÍ˚Ú˚ı ÔÓÒÚ‡ÌÒÚ‚‡ı (̇ÔËÏÂ, ‚ Û‰‡ÎÂÌËË
ÓÚ ÒÚÂÌ˚, ÎË·Ó ÔÓ˜Ëı ÌÂÔÓ‰‚ËÊÌ˚ı Ó·˙ÂÍÚÓ‚),
‡ Ú‡ÍÊ ̇ Ú‚fi‰˚ı, „ÓËÁÓÌڇθÌ˚ı
ÔÓ‚ÂıÌÓÒÚflı.
•ç ӷ‡·‡Ú˚‚‡ÈÚ ÏÓ˘fiÌ˚Â Ë ÔÓÒ˚Ô‡ÌÌ˚Â
„‡‚ËÂÏ ÔÓÍ˚ÚËfl, Ú‡Í Í‡Í ‚˚·‡Ò˚‚‡ÂÏ˚Â
͇ÏÌË ÏÓ„ÛÚ ÔË‚ÂÒÚË Í Ú‡‚χÏ.
•è‰ ‚Íβ˜ÂÌËÂÏ ËÁÏÂθ˜ËÚÂÎfl ۷‰ËÚÂÒ¸ ‚
ÚÓÏ, ˜ÚÓ ‚Ò ‚ËÌÚ˚, „‡ÈÍË, ·ÓÎÚ˚ Ë ÔÓ˜ËÂ
ÍÂÔfiÊÌ˚ Ò‰ÒÚ‚‡ ̇‰fiÊÌÓ Á‡ÍÂÔÎÂÌ˚,
Art.nr. GSM1002
ç‡ÔflÊÂÌË 230 Ç
ó‡ÒÚÓÚ‡ 50 Ɉ
èËÚ‡ÌË S6 2400 ÇÚ (40%)
óËÒÎÓ Ó·ÓÓÚÓ‚ ·ÂÁ ̇„ÛÁÍË: 2850 Ó·/ÏËÌ
å‡ÍÒ. „ÎÛ·Ë̇ Ø40 ÏÏ
èÓÔÛÒÍ̇fl ÒÔÓÒÓ·ÌÓÒÚ¸ 120 Í„/˜
å‡ÒÒ‡ 33,5 Í„
ìÓ‚Â̸ ‰‡‚ÎÂÌËfl Á‚Û͇ 94 ‰Å (A)
ä·ÒÒ IP IPX 4
Ferm 61
Stap 3. Zet het apparaat rechtop en plaats de wieldop-
pen op de wielen. Duw ze aan tot ze vastklikken.
ALGEMEEN GEBRUIK
WAARSCHUWING! REIK NOOIT MET UW
HAND IN DE INVOEROPENING VAN DE VERSNIP-
PERAAR. WANNEER U MATERIAAL IN DE SNIJKA-
MER WILT DUWEN, GEBRUIK DAN EEN GESCHIK-
TE, STERKE DUWSTOK!
•Controleer voordat u het apparaat in gebruik
neemt of de invoeropening leeg is.
•Houd uw gezicht en lichaam uit de buurt van de
invoeropening.
•Zorg ervoor dat er geen handen of andere
lichaamsdelen of kleding in de invoeropening, de
uitwerpopening of bij bewegende delen zijn.
•Zorg dat u uw evenwicht niet verliest. Reik niet te
ver. Sta bij het invoeren van materiaal nooit hoger
dan de basis van de machine.
•Blijf altijd op gepaste afstand van de uitwerpopening
van de machine.
•Zorg er bij het invoeren van materiaal altijd voor
dat er geen stukken metaal, stenen, flessen, blikjes
of andere vreemde voorwerpen in de invoerope-
ning terechtkomen.
•Wanneer het snijmechanisme op vreemde voor-
werpen stuit of wanneer de machine ongebruikelij-
ke geluiden of trillingen voortbrengt, schakel de
machine dan uit en wacht tot deze volledig tot stil-
stand is gekomen. Trek de stekker uit het stop-
contact en doe het volgende:
• Controleer de machine op schade
• Controleer of er losse onderdelen zijn en draai
deze vast
• Laat eventuele beschadigde onderdelen repare-
ren of vervangen door onderdelen met dezelfde
specificaties
•Zorg dat zich geen verwerkt materiaal in de uit-
werpopening ophoopt; dit kan de uitwerpopening
blokkeren en ertoe leiden dat materiaal wordt uit-
geworpen via de invoeropening.
•Als de machine verstopt raakt, schakel dan de
machine uit en verwijder de stekker uit het stop-
contact. Verwijder dan de opgehoopte resten.
Houd de stroombron vrij van vuilresten om te
voorkomen dat deze beschadigd raakt of in brand
vliegt. Onthoud dat het bedienen van het startme-
chanisme op motorgestuurde machines ertoe leidt
dat de messen in beweging worden gebracht.
•Zorg dat alle beschermkappen en deflectoren zijn
aangebracht en goed functioneren.
•Laat de instelling van de toerenregelaar ongemoeid;
deze zorgt voor een veilige maximale gebruikssnel-
heid en beschermt de stroombron en alle bewe-
gende delen tegen schade als gevolg van een te
hoge snelheid. Als er een probleem is, neem dan
contact op met een geautoriseerd servicecentrum.
•Verplaats de machine niet wanneer de stroombron
is ingeschakeld.
•Schakel de stroombron uit en haal de stekker uit
het stopcontact als u het werkgebied verlaat.
•Til de machine nooit op zolang de stroombron is
ingeschakeld.
Leg de versnipperaar nooit op de voor-, achter- of zij-
kant – zorg dat hij te allen tijde rechtop blijft staan.
Zorg dat de versnipperaar niet wordt overbelast –
voer nieuwe materialen steeds langzaam in en laat de
machine in zijn eigen tempo zijn werk doen.
Controleer voordat u het apparaat in gebruik neemt of
de invoeropening leeg is. Schakel de versnipperaar niet
in als er nog materiaal in het apparaat zit.
Behalve in noodgevallen mag u de versnipperaar niet
uitschakelen als niet alle materiaal uit het apparaat is
verdwenen.
Verwijder vóór het versnipperen stenen en andere
harde voorwerpen uit de wortels van planten.
Houd grote twijgen en dunne takken goed vast wan-
neer u ze in de versnipperaar voert.
Zorg er te allen tijde voor dat de uitwerpopening niet
bedekt of verstopt raakt (zie ‘Verstoppingen’).
STARTEN VAN DE MOTOR (AFB. C)
Pas op! Zorg ervoor dat de versnipperaar leeg is,
voordat u de motor start.
Start de motor door eerst de draaischakelaar (3) tegen
de richting van de klok in te draaien en daarna de
(groene) hoofdschakelaar (2) in te drukken.
VERANDEREN VAN DE DRAAI-
RICHTING
Om de draairichting te veranderen, zet u de draai-
schakelaar eerst in de stand 0 en wacht u tot het ver-
snippermechanisme volledig tot stilstand is gekomen.
Draai daarna de draaischakelaar met de wijzers van de
klok mee en druk de hoofdschakelaar in.
STOPPEN VAN DE MOTOR
Stop de motor door de schakelaar in de stand 0 te zet-
ten.
Voer geen materiaal meer in nadat de motor is
gestopt; dit kan vast komen te zitten in de machine en
opnieuw starten onmogelijk maken.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine
onbeheerd achterlaat.
NOODSTOP
Om de machine snel te stoppen, bijv. in geval van
nood, drukt u op de 0-knop (rood) op de hoofdscha-
kelaar (2).
MOTORBEVEILIGING
Het versnippermechanisme is voorzien van een inge-
bouwde motorbeveiliging die ervoor zorgt dat de
motor niet overbelast raakt. Bij overbelasting wordt
de hoofdschakelaar automatisch uitgezet en wordt de
stroomtoevoer onderbroken.
Na 5 minuten afkoelen kan de motor opnieuw worden
gestart.
12 Ferm