Niniejszym oświadczamy, że produkt, którego dotyczy
instrukcja, jest zgodny z następującymi standardami i
normami:
EN 60745-1, EN 60745-2-1, EN 60745-2-6,
EN 60335-1, EN 60335-2-29,
EN 55014-1, EN 55014-2,
EN 61000-3-2, EN 61000-3-3
w zgodności z przepisami.
98/37EEC,
73/23/EEC,
89/336EEC
dnia 01-09-2004
ZWOLLE NL
W. Kamphof
Dział Jakości
ÅÖëèêéÇéÑçÄü ÑêÖãú-èÖêîéêÄíéê
àçëíêìäñàà èé
ùäëèãìÄíÄñàà à
ÅÖáéèÄëçéëíà
ñàîêõ, èêàÇÖÑÖççõÖ çàÜÖ Ç íÖäëíÖ,
éíçéëüíëü ä êàëìçäÄå çÄ ëíê.2
ÇÌËχÌËÂ! ÑÎfl ÒÌËÊÂÌËfl ËÒ͇ ‚ÓÁ„Ó‡ÌËfl,
ÔÓ‡ÊÂÌËfl ˝ÎÂÍÚ˘ÂÒÍËÏ ÚÓÍÓÏ Ë
ÔÓÎÛ˜ÂÌËfl ÚÂÎÂÒÌ˚ı ÔÓ‚ÂʉÂÌËÈ ÔË ˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË
˝ÎÂÍÚÓËÌÒÚÛÏÂÌÚ‡ ‰ÓÎÊÌ˚ ‚Ò„‰‡ Òӷβ‰‡Ú¸Òfl
ÓÒÌÓ‚Ì˚ ÏÂ˚ Ô‰ÓÒÚÓÓÊÌÓÒÚË. èÂʉ ˜ÂÏ
̇˜‡Ú¸ ÔÓθÁÓ‚‡Ú¸Òfl ˝ÚËÏ ËÁ‰ÂÎËÂÏ, ÔÓ˜ËÚ‡ÈÚÂ
‰‡ÌÌÛ˛ ËÌÒÚÛÍˆË˛ Ë ÒÓı‡ÌËڠ ‚ ΄ÍÓ‰ÓÒÚÛÔÌÓÏ
ÏÂÒÚÂ.
ëéÑÖêÜÄçàÖ:
1. íÂıÌ˘ÂÒÍË ı‡‡ÍÚÂËÒÚËÍË ‰ÂÎË
2. àÌÒÚÛ͈ËË ÔÓ ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË
3. ë·Ó͇
4. ùÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËfl
5. íÂıÌ˘ÂÒÍÓ ӷÒÎÛÊË‚‡ÌËÂ
1. íÖïçàóÖëäàÖ
ïÄêÄäíÖêàëíàäà
ǂ‰ÂÌËÂ
ÅÂÒÔӂӉ̇fl ‰Âθ Ô‰̇Á̇˜Â̇ ‰Îfl Ò‚ÂÎÂÌËfl
ÓÚ‚ÂÒÚËÈ ‚ ͇ÏÂÌÌÓÈ Í·‰ÍÂ, Ú‡ÍÓÈ Í‡Í ÍËÔ˘,
·ÂÚÓÌ Ë ÒıÓÊËı χÚ¡·ı. àÌÒÚÛÏÂÌÚ Ú‡ÍÊÂ
ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸ ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ì ‰Îfl Ò‚ÂÎÂÌËfl ÓÚ‚ÂÒÚËÈ ‚
‰ÂÂ‚Â Ë ÏÂÚ‡ÎÎÂ. ÅÓΠÚÓ„Ó, ‰Âθ ÏÓÊÌÓ
ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ú¸ ‚ ͇˜ÂÒÚ‚Â ÔÂÙÓ‡ÚÓ‡ ‚ ÍÓÏ·Ë̇ˆËË
Ò ‚ıÓ‰fl˘ËÏË ‚ ÍÓÏÔÎÂÍÚ ‰ÓÎÓÚ‡ÏË. чÌÌ˚È
ËÌÒÚÛÏÂÌÚ Ì ‰ÓÎÊÂÌ ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ú¸Òfl ÌË ‚ ͇ÍËı
‰Û„Ëı ˆÂÎflı, ÍÓÏ ‚˚¯ÂÔ˜ËÒÎÂÌÌ˚ı.
ÍÂıÌ˘ÂÒÍË ı‡‡ÍÚÂËÒÚËÍË
ÄÓÏÔÎÂÍÚ‡ˆËfl
1 ÅÂÒÔӂӉ̇fl ‰Âθ
1 ŇڇÂfl 24V
ç‡ÔflÊÂÌË ÔËÚ‡ÌËfl | 24 Ç
—
---
ç‡ÔflÊÂÌË ÔËÚ‡ÌËfl |
Á‡fl‰ÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ | 230 Ç~
ó‡ÒÚÓÚ‡ ÚÓ͇ Á‡fl‰ÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ | 50 Ɉ
ÖÏÍÓÒÚ¸ ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ‡ | 3.0 A/˜‡Ò
ÇÂÏfl Á‡fl‰ÍË | 90 ˜‡Ò
å‡ÍÒ. ‰Ë‡ÏÂÚ Ò‚Â· |
·ÂÚÓÌ | Ø 20 ÏÏ
Òڇθ | Ø 13 ÏÏ
ëÍÓÓÒÚ¸ ·ÂÁ ̇„ÛÁÍË | 0-1100/ÏËÌ
ó‡ÒÚÓÚ‡ Û‰‡‡ | 0-4700/ÏËÌ
å‡ÒÒ‡ (‚Íβ˜‡fl ·‡Ú‡Â˛) | 4.25 Í„
ìÓ‚Â̸ ¯ÛÏÓ‚Ó„Ó ‰‡‚ÎÂÌËfl (Lpa) | 93 ‰Å
ìÓ‚Â̸ Á‚ÛÍÓ‚ÓÈ ÏÓ˘ÌÓÒÚË (Lwa) | 104 ‰Å
ìÓ‚Â̸ ‚Ë·‡ˆËË | 8.14 Ï/ÒÂÍ
2
CE
ı
OŚWIADCZENIE O ZGODNOŚCI
(
PL
)
Ferm 65
3 SDS boren (6, 10, 12 x 150 mm)
1 Punt beitel (14 x 250)
1 Platte beitel (14 x 250)
1 Boorkop 13 mm + adapter
1 Zij-handgreep met diepte instelling
1 Gebruiksaanwijzing
1 Garantiekaart
1 Veiligheidsinstructies
BENAMING ONDERDELEN
Fig. 1
1. Aan/uit schakelaar
2. Draairichting-schakelaar
3. Functie-keuzeschakelaar met vergrendel knop
4. Handgreep
5. Boorkop
6. Vergrendel bus
7. Batterij 24V
8. Batterij energie display
9. Deksel koolborstel
10. Diepte instelling
11. Zij-handgreep
2. VEILIGHEIDS INSTRUCTIES
VERKLARING VAN SYMBOLEN
In deze handleiding en/of op de machine worden de
volgende pictogrammen gebruikt:
Lees de instructies
CE Conform de Europese toepasselijke standaards
op het gebied van veiligheid
Klasse II apparaat – dubbel geïsoleerd – de stekker
hoeft niet geaard te zijn.
Gevaar voor lichamelijk letsel of materiële schade
wanneer de instructies in deze handleiding niet
worden opgevolgd.
Gevaar voor elektrische schok.
Draag oorbescherming
Alleen binnenshuis gebruiken
Gooi batterijen nooit in open vuur
In het geval van een storing, is de transformator
ongevaarlijk
Thermische veiligheid
Batterijen altijd recyclen
Defecte en/of afgedankte elektrische of
elektronische gereedschappen dienen ter
verwerking te worden aangeboden aan een
daarvoor verantwoordelijke instantie.
EXTRA VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
MET BETREKKING TOT DE ACCU EN HET
OPLAADAPPARAAT
Wanneer u in aanraking komt met zuur uit de
accu, spoel de betreffende lichaamsdelen dan
direct goed schoon met water. Wanneer het
zuur in uw ogen komt, spoel ze dan direct heel
goed uit met water en raadpleeg zo snel mogelijk
een arts.
1. Voordat u de accu en het oplaadapparaat in gebruik
neemt, dient u eerst de gebruiksaanwijzing en de
veiligheidsinstructies heel goed door te nemen en te
begrijpen.
2. Laad de accu alleen op in het bijgeleverde
oplaadapparaat – het gebruik van andere opladers
kan gevaarlijk zijn.
3. Zorg dat de accu, de machine en het oplaadapparaat
niet vochtig of nat worden.
4. Voordat u het oplaadapparaat gebruikt, dient u eerst
te controleren of alle draden goed zijn aangesloten.
5. Wanneer een of meerdere draden van het
oplaadapparaat zijn beschadigd, gebruik het apparaat
dan niet totdat deze draden zijn vervangen.
6. Wanneer het oplaadapparaat niet in gebruik is, trek
dan de stekker uit het stopcontact. Trek de stekker
niet aan de kabel uit het stopcontact.
7. Wanneer het oplaadapparaat niet goed meer
functioneert, breng hem dan naar een erkend
reparateur voordat u hem weer gebruikt.
Beschadigde onderdelen moeten worden
vervangen.
8. Ga voorzichtig om met het oplaadapparaat; laat hem
niet vallen en stoot hem niet.
9. Probeer nooit om zelf het oplaadapparaat open te
maken; wanneer er een probleem is, want dit kan
zeer gevaarlijk zijn. Breng hem altijd voor reparatie
naar het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
10. Trek de stekker van het oplaadapparaat altijd uit het
stopcontact voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert of hem schoonmaakt.
11. Probeer niet om accu’s op te laden bij temperaturen
onder 10 graden of boven 40 graden Celsius.
12. Zorg dat de ventilatiesleuven op het oplaadapparaat
altijd vrij blijven.
13. Zorg dat er geen kortsluiting ontstaat.
Wanneer er in een elektrisch apparaat kortsluiting
ontstaat, neemt de kracht van de elektrische
stroom toe. Dit kan leiden tot oververhitting, brand of zelfs
een explosie, waardoor schade en gevaarlijke situaties
kunnen ontstaan.
Om dit te voorkomen;
1. Sluit nooit draden aan op de polen van de accu;
2. Zorg ervoor dat er geen metalen objecten
12 Ferm