6
rood/geel = Identificatie pin (indien de acculader / voeding is aangesloten aan de
massa dan functioneert het apparaat als voeding, indien aangesloten aan
de 12 V dan functioneert het apparaat als acculader).
6. ACCULADER / VOEDING IN BEDRIJF STELLEN
De acculader / voeding kan nu worden aangesloten.
• Ten eerste dient u de netstekker in het stopcontact te steken.
• De acculader / voeding komt in de ‘STAND-BY’-toestand. Beide LED’s (oranje en groen)
branden.
• Vervolgens kunt u de batterij aansluiten en begint het laden automatisch. Alleen de
oranje LED is nu aan. Bij diepontladen batterijen wordt eerst met een kleine stroom
geladen (voorladen). Daarna wordt met de nominale stroom geladen (hoofdladen).
Tenslotte wordt met een afnemende stroom geladen (naladen). De grootte van de
stromen is afhankelijk van het ingestelde batterijtype.
• Als de groene LED aan gaat, is de batterij vol en kan losgekoppeld worden. Als de
batterij niet losgekoppeld wordt, wordt de batterij met een zeer kleine stroom in optimale
toestand gehouden.
• Als de batterij losgekoppeld wordt, mag de netstekker in de wandcontactdoos blijven. De
groene LED is dan aan.
7. INDICATIES (zie bijlagen)
8.0.0 Foutmeldingsindicaties (voeding)
Als de acculader / voeding niet (meer) functioneert, kan hij herstart worden door de
netstekker uit het stopcontact te halen en er weer in te steken. U dient echter eerst aan de
hand van de foutmeldingsindicatie de aanwijzingen in de onderstaande paragrafen op te
volgen.
8.0.1 Geen enkele LED is aan
• Er is geen netspanning aanwezig en de auto en/of caravan accu is aangesloten
• Er is geen netspanning aanwezig maar de autoaccu is aangesloten; accuontlading is
gestopt, accu niet aangesloten.
Controleer eerst of de stekker in een wandcontactdoos is gestoken. Als deze wel in een
wandcontactdoos zit dan moet men controleren of de netspanning aanwezig is op de
wandcontactdoos.Als er geen netspanning aanwezig is dient u de smeltveiligheden
(stoppen) in uw meterkast te controleren of een installateur te raadplegen.
8.0.2 Beide LED’s zijn aan
• De netspanning en autoaccu zijn aanwezig.
• De autoaccu is niet aangesloten op het 12 V elektrische systeem van de caravan
8.0.3 De oranje LED knippert en groene LED brandt.
• De autoaccu is ontladen (leeg).
• De voeding naar het 12 V elektrische systeem van de caravan wordt verzorgt door de
autoaccu of door de dynamo van de auto.