4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• De gebruiksaanwijzingen en veiligheidsvoorschriften goed doorlezen.
• Explosie gevaar!
Voorkom vonkvorming of vuur in de directe omgeving van de accu.
• Tijdens het laden dient de accu in een goed geventileerde ruimte geplaatst te zijn.
• De IMPULSE C bevat onderdelen zoals schakelaars en relais die vonken kunnen
produceren. Indien het laden gebeurt in een garage of een soortgelijke ruimte, plaats de
acculader dan zodanig dat vonkvorming geen gevaar kan opleveren.
• De acculader / voeding nooit in gedemonteerde (open) toestand gebruiken. Dit kan
levensgevaarlijk zijn bij de aanraking van spanningsvoerende onderdelen!
• Opmerking: Men mag nooit niet-oplaadbare batterijen proberen te laden.
• Nooit de accuklemmen aanraken als de acculader in werking staat.
• De acculader / voeding nooit verplaatsen als deze in werking staat.
• De acculader / voeding niet met een beschadigd snoer of stekker gebruiken of wanneer
de acculader / voeding zelf beschadigd is.
Indien vervanging van het netsnoer nodig is, dient dit door de service afdeling van uw
leverancier/dealer te gebeuren.
• Mocht de acculader / voeding niet goed werken, dan dient u eerst te noteren welke
foutmelding u hebt geconstateerd, vervolgens de stekker uit de wandcontactdoos te
halen, voordat u de service afdeling van uw leverancier/dealer belt.
• De acculader / voeding nooit zelf demonteren en/of repareren.
Om zeker te zijn van een betrouwbare en veilige reparatie, adviseren wij u met klem om
uw acculader / voeding door de service afdeling van uw leverancier/dealer te laten
repareren.
• Indien dit veiligheidsvoorschrift, alsmede de gebruiksaanwijzing niet wordt
opgevolgd, is EXENDIS B.V. niet verantwoordelijk voor een eventueel defect.
Tevens kan in dat geval geen beroep worden gedaan op eventuele garantie.
3. BATTERIJ VOORSCHRIFTEN
• Pas na een aantal laadcycli, bereiken nieuwe batterijen de volle capaciteit.
Let hierop bij het eerste gebruik.
• Na ieder gebruik kunnen de batterijen opgeladen worden.
• Het is mogelijk om gedurende de nacht te laden.
• Pas als de beide LED’s branden mogen de batterijen van de acculader / voeding
afgekoppeld worden. Alleen indien noodzakelijk, mag de laadcyclus onderbroken
worden (eerst de netkabel loskoppelen en daarna de laadkabel). Let erop, dat in dit geval
de batterijen niet vol zijn.
• Als de beide LED’s branden en de batterijen zijn aangesloten, dan worden de batterijen
in een optimale toestand gehouden.
• Als de batterijen niet vaak gebruikt worden, verdient het aanbeveling om de batterijen ten
minste eenmaal per maand te laden (vanwege de zelfontlading van de batterijen). Het
is ook mogelijk om de batterijen steeds op de acculader / voeding aangesloten te laten.
• Hoewel de lader diep ontladen batterijen kan laden, wordt aangeraden de batterijen niet
erg diep te ontladen, omdat daardoor de levensduur van de batterijen verkort wordt. Als