• Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een
pauze in.
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt u
dunne delen na de helft van de ontdooitijd afdekken of omwikkelen
met aluminiumfolie.
• Gebruik bij voorkeur het ovenrooster voor het bereiden van
gerechten. Plaats koude (diepvries) gerechten nooit direct op
het glazen draaiplateau. Door temperatuurverschillen kan deze
barsten!
Factoren die van invloed zijn op het kookproces
• De temperatuur van ingrediënten is van invloed op de
bereidingstijd. Een koude maaltijd heeft een langere kooktijd nodig
dan een maaltijd op kamertemperatuur.
• Lichte, poreuze gerechten garen sneller dan zware en massieve
gerechten, zoals stoofgerechten of rollades. Let op bij het bereiden
van lichte, poreuze gerechten.
De randen worden snel droog en taai.
• Kleine gerechten worden gelijkmatiger verwarmd als u ze los van
elkaar, liefst cirkelvormig, in de combi-magnetron plaatst.
• Plaats, bij gebruik van de magnetron-/combi-magnetronfuncties,
eerst het ronde rooster op het draaiplateau. Plaats daarna het
gerecht op het rooster. Op deze manier kan de warmte goed
circuleren en is uw gerecht snel klaar.
• Botten en vet geleiden hitte beter dan vlees. Aluminiumfolie
blokkeert de combi-magnetrongolven. Door dunnere gedeelten
van gerechten (zoals kippenpoten en -vleugeltjes) af te dekken
voorkomt u dat ze te snel garen.
• Combimagnetrongolven dringen tot ongeveer 3 cm in het gerecht
door. De kern van dikke gerechten wordt verhit doordat de
warmte zich van het verwarmde deel (de buitenkant) naar binnen
verspreidt.
• Vlees en gevogelte dat langer dan een minuut of 15 in de combi-
magnetron gekookt wordt, bruint lichtjes. Gerechten die korter
bereid worden kunt u van te voren insmeren met een ‘bruinende’
saus, zoals Worcestershire saus, sojaolie of barbecue saus.
• Vetvrij papier voorkomt spetteren en helpt warmte vast te houden.
Kooktips