13
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt
eerst met aceton (*) en dan met azijnzuur; behandel
evt. achterblijvende sporen op wit textiel met
bleekmiddel; daarna grondig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met
vlekkenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzine,
vervolgens inwrijven met reinigingspasta.
(*) gebruik geen aceton op kunstzijde.
Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de
keuze van het wasmiddel en het gebruik van de
desbetreffende hoeveelheden om verspilling te
voorkomen en het milieu te sparen. Ofschoon zij
biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen
stoffen die - in grote hoeveelheden - de broze balans
van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het type
stof (fijne stoffen, wol, katoen, enz.), de kleur,
wastemperatuur en de mate van vervuiling.
Gebruik in deze machine alleen beperkt schuimende
machine-wasmiddelen:
– poederwasmiddelen voor alle typen weefsels;
– poederwasmiddelen voor fijne was (max. 60 °C) en
wol;
– vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma’s bij lagere temperaturen (max. 60
°C) voor alle typen weefsels of speciaal voor wol.
De wasmiddelen en evt. nabehandelingsmiddelen
moeten in het desbetreffende vakje van de
wasmiddellade worden gedoseerd voordat het
wasprogramma kan worden gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van geconcentreerd
poederwasmiddel of vloeibaar wasmiddel dient een
programma zonder voorwas te worden
geselecteerd.
De wasautomaat is uitgerust met een
recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van het
geconcentreer de wasmiddel mogelijk maakt.
Giet vloeibaar wasmiddel in de wasmiddellade en
wel in vak vlak voor de start van het
programma.
Giet evt. wasverzachter of stijfsel in vak ; doe dit
ook voor de start van het wasprogramma.
Volg de aanbevelingen van het
wasgoedmiddelfabrikant over te doseren
hoeveelheden en overschrijd niet het “MAX”-
teken in de wasmiddellade.
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel
hangen af van het soort textiel, de hoeveelheid
wasgoed, de mate van vervuiling en de hardheid van
het water.
De hardheid van water wordt geclassificeerd in
zogenaamde “hardheidsgraden”. Informatie over de
hardheid van het water in uw omgeving kan worden
verkregen bij uw waterleidingbedrijf.
Volg de instructies van de wasmiddelfabrikant over
te gebruiken hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
– er maar weinig wasgoed in de trommel zit;
– het wasgoed niet zo vuil is;
– er tijdens het wassen grote hoeveelheden schuim
ontstaan.