47
NEDERLAND
Installering voor gebruik
INSTALLATIE VAN DE BUITENEENHEID
De buiteneenheid kan geplaatst worden op
een terras of een balkon. In dit geval is het
niet nodig de beugels te gebruiken.
De buiteneenheid kan ook aan een muur
opgehangen worden met de hiervoor
bestemde beugels in dit geval als volgt
te werk gaan:
1) De beugel aan de
muur bevestigen, zoals
aangegeven op de
tekening (voor het boren
van de gaten, kan
gebruik gemaakt wor-
den van het sjabloon op
het polystyrol deksel van de verpakking).
2) De steunblokjes
vastschroeven aan de
buiteneenheid met de
bijgeleverde M4mm
schroeven (let er
hierbij op de kant waa-
rin de gaten voor de
schroeven zitten naar
boven te plaatsen).
3) Hierna de buite-
neenheid aan de beu-
gels haken en bevesti-
gen met de schroeven
M6mm .
20
20
16
15
15
Als alternatief, voor niet permanente installa-
ties, is het mogelijk de buiteneenheid op te
hangen zoals aangegeven op de tekening.In
dit geval worden de bijgeleverde hengsels
gebruikt, vastgehaakt aan de
ooghaakjes ; voordat de ooghaakjes
aangebracht worden eerst de rubberen
dopjes verwijderen.
De buiteneenheid kan boven of op hetzelfde
niveau geïnstalleerd worden als de binne-
neenheid, mits het niveauverschil de 1,5 m niet
overschrijdt.
De buiteneenheid dient vrij te zijn van belem-
meringen zowel wat betreft de aanzuigzone als
de luchtuitgangszone.
De minimum afstand tussen de achterkant en
de muur moet 6 cm zijn.
Het condenswater dat gevormd wordt tijdens
de functionering als airconditioning (zomerfunc-
tie) wordt afgevoerd door verdamping door de
buiteneenheid.
In bepaalde
gevallen, indien
de vochtigheid-
sgraad te hoog is
om de condens
te verwerken is
het noodzakelijk
de bijgeleverde
condensafvoer-
slang ) te
gebruiken, die gemonteerd moet worden aan
de onderkant van de buiteneenheid (zie teke-
ning) nadat de rubberen dop verwijderd is.
Aangeraden worden de buiteneenheid te
beschermen tegen regen, sneeuw, waterdrup-
pels die van het dak vallen en tegen de zon.
21
18
17