46
Installering voor gebruik
N.B.: De afstand tussen het apparaat en de
muur dient minstens 30 cm te zijn.
b) Een kleine opening (5,5 cm x 2,5 cm) aan-
gebracht in het onderste gedeelte van
een deur of in het raamwerk van een ven-
ster, door de bijgeleverde huls voor de
slang te gebruiken.
23
INSTALLATIE VAN DE BINNENEENHEID
Het apparaat in de te klimatiseren ruimte
plaatsen. Normaal gesproken in de buurt van
een venster of in ieder geval dichtbij een bui-
tenmuur. De binneneenheid dient “vlak”
geplaatst te worden, gebruik hiervoor ook de
bijgeleverde wielblokkeringen
.
De binne-
neenheid dient door niets belemmerd te wor-
den rond de aanzuigzone (luchtaanzuigroo-
ster ) en rond de afgiftezone (luchtuitgan-
grooster ).
2
8
25
INSTALLATIE VAN DE VERBINDINGSSLANG
De slang die de buiteneenheid met de
binneneenheid verbindt, kan geleid worden
via:
a) Een raam of een deur die op een kier
staat; de zuignapjes kunnen gebruikt
worden om te voorkomen dat de ramen
of de deur te ver open gaan.
24
4