6. Plaats de processormodule terug (zie De processormodule terugplaatsen).
7. Plaats de warmteafleider terug (zie De warmteafleider terugplaatsen).
8. Volg de instructies van stap11 tot stap15 in De bovenplaat terugplaatsen.
9. Schuif de kabel van de USB-kaart in de systeemkaartaansluiting en druk op de vergrendeling om de kabel te vergrendelen.
10. Plaats de knoopcelbatterij terug (zie De knoopcelbatterij terugplaatsen).
11. Plaats de Bluetooth-kaart terug (zie De Bluetooth-kaart terugplaatsen).
12. Plaats de minikaart(en) terug (zie De minikaart(en) terugplaatsen).
13. Plaats het beeldschermpaneel terug (zie Het beeldscherm terugplaatsen).
14. Plaats het toetsenbord terug (zie Het toetsenbord terugplaatsen).
15. Plaats het polssteungedeelte terug (zie Het polssteungedeelte terugplaatsen).
16. Plaats het optische station terug (zie Het optische station terugplaatsen).
17. Volg de instructies in stap5 in De vaste schijven terugplaatsen.
18. Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie De geheugenmodule(s) terugplaatsen).
19. Plaats de moduleplaat terug (zie De moduleplaat terugplaatsen).
20. Plaats de batterij terug (zie De batterij terugplaatsen).
21. Plaats alle kaarten en dummi's terug die u uit de mediakaartlezer hebt verwijderd.
22. Zet de computer aan.
23. Voer het serviceplaatje in (zie Het serviceplaatje invoeren in het BIOS).
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS
1. Controleerofdenetadapterisaangeslotenenofdehoofdbatterijgoedisgeïnstalleerd.
2. Zet de computer aan.
3. Druk tijdens de POST op F2 om het programma System Setup (Systeeminstellingen) te openen.
4. Blader naar het tabblad Security (Beveiliging) en typ het serviceplaatje in het veld Set Service Tag (Serviceplaatje instellen).
Terug naar inhoudsopgave
WAARSCHUWINGEN: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse
schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.