15. Volg de instructies van stap13 tot stap18 in De bovenplaat verwijderen.
16. Verwijder de warmteafleider (zie De warmteafleiding verwijderen).
17. Verwijder de processormodule (zie De processormodule verwijderen).
18. Verwijder de I/O-kaart (zie De I/O-kaart verwijderen).
19. Koppel de ventilatorkabel en de kabel van de netadapter los van de aansluitingen op de systeemkaart.
20. Verwijder de schroef waarmee de systeemkaart op de bovenplaat is bevestigd.
21. Verwijder de systeemkaart uit de bovenplaat.
De systeemkaart terugplaatsen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Lijn het schroefgaatje op de systeemkaart uit met het schroefgaatje op de bovenplaat.
3. Plaats de schroef terug waarmee de systeemkaart op de bovenplaat is bevestigd.
4. Sluit de ventilatorkabel en de kabel van de netadapter weer aan op de aansluitingen op de systeemkaart.
5. Plaats de I/O-kaart terug (zie De I/O-kaart terugplaatsen).