Fietsen
Rijden op een elektrische fiets is alsof je altijd een duwtje
in de rug hebt. Je trapt zelf, maar dan een stuk lichter.
De trapondersteuning werkt vanaf de eerste pedaalslag.
Het maakt niet uit hoeveel kracht je op de pedalen zet.
Boven de 25 km/uur wordt de ondersteuning automatisch
uitgeschakeld.
Je zet de fiets aan door de Aan
/
uit knop 1 seconde in te
drukken (4I). Je zet de fiets uit door de knop twee keer kort
achter elkaar in te drukken. Na 10 minuten schakelt de fiets
zichzelf uit. Als je de fiets tijdens het rijden inschakelt komt
de trapondersteuning met vertraging op gang. Zo blijf je
veilig fietsen.
De hoeveelheid ondersteuning kan je instellen met de
knoppen + en - (4). Je acculading gaat langer mee als je
voor minder ondersteuning kiest en een soepel verzet rijdt.
Daarnaast wordt je actieradius onder meer beïnvloed door
de wind, de temperatuur, de hoeveelheid bagage, hoe hard
je band is opgepompt, de kwaliteit van het wegdek en de
heuvels of bergen op je route.
De hoeveelheid ondersteuning wordt automatisch
afgebouwd als de acculading onder 10% komt. Zo wordt de
actieradius net een beetje groter.
Tips
–
Kies een versnelling waarmee je soepel kan fietsen.
Een te zware versnelling beperkt de actieradius.
Probeer dezelfde versnelling aan te houden zoals je
zonder trapondersteuning zou kiezen, of zelfs nog
eentje lichter. Zeker op het moment dat je vertrekt.
–
Zorg dat je fiets op je lichaamsbouw is afgesteld. Zo
kost het fietsen minder energie. Je dealer kan je hier
mee helpen. Zorg dat het zadel op een hoogte staat
waarbij je knieën lichtgebogen zijn als je trapper
onderaan staat (7).
–
Trap niet mee terwijl je remt.
–
Je kan de maximale ondersteuningssnelheid van 25
km/uur verlagen. Vraag de dealer om dat voor je te
doen.