IV
56
ACCU
De accu opladen met een acculader:
- neem de accupolen los,
- houd u aan de instructies van de fabrikant van de acculader,
- sluit de accu weer aan, te beginnen bij de (-)pool,
- controleer of de polen en klemmen schoon zijn. Als ze gecorrodeerd zijn, dient u ze los te nemen en schoon te
maken (witte of groene aanslag).
Wanneer u de accu losneemt, moet u na afzetten
van het contact eerst 2 minuten wachten.
Neem de accupolen niet los als de motor nog draait.
Laad nooit een accu op, zonder dat u eerst
de accupolen heeft losgenomen.
Sluit de ramen en de portieren, voordat u de accu losneemt.
Zet na het weer aansluiten van de accu het contact aan en
wacht één minuut voordat u de motor start, om de elektronische
systemen de tijd te gunnen zich te resetten.
Mochten na deze verrichting toch nog kleine storingen
optreden, raadpleeg dan een CITROËN erkend bedrijf.
Starten met een andere accu:
- sluit de rode kabel aan op de (+)polen van de twee accu’s,
- sluit een uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op de (-)pool van de
extra accu,
- sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op een
massapunt van de auto met pech, zo ver mogelijk van de accu
verwijderd,
- stel de startmotor in werking, laat de motor draaien,
- wacht tot de motor is teruggevallen naar het stationaire toerental en
neem de kabels los.
Het is raadzaam om, wanneer u de auto een maand of langer niet
gebruikt, de accu los te nemen.
A C C U