19
IJslaatjes
Bij het apparaat worden een of meer ijslaatjes
meegeleverd.
Het ijslaatje is bedoeld voor het maken van
ijsblokjes.
Vul het met drinkwater. Maak de onderkant goed
droog, anders vriest het laatje vast aan datgene
waar u het bovenop zet.
GEBRUIK VAN DE KOELER
Temperatuurregeling
De temperatuur in de koeler wordt door de
temperatuurregelaar (F) geregeld. De thermostaat
heeft 6 standen en een stand «
O
».
Hoe hoger de stand waarop de thermostaat staat,
hoe kouder de temperatuur.
Bij de ingebruikname van het apparaat raden wij u
aan de thermostaat op de middenstand in te stellen.
Verschillende omstandigheden, zoals bijv. de
omgevingstemperatuur, de hoeveelheid opgeslagen
levensmiddelen, het vaak openen van de deur en de
plaats van het apparaat kunnen de temperatuur in
de koelkast beïnvloeden.
Bij het regelen van de thermostaat moet u met deze
factoren rekening houden.
De werking van de koeler kan geheel gestopt
worden door de temperatuurregelaar in de stand
«
O
» te draaien.
Het vriesgedeelte blijft ingeschakeld.
Let op
Mocht er zich een te dikke rijplaag op de verdamper
van de koelruimte gevormd hebben, draai dan
langzaam de thermostaatknop op een lagere stand
totdat de kompressor opnieuw tot stilstand komt.
Opdat het ontdooien van de koelruimte automatisch
geschiedt, moet de kompressor n.l. nu en dan tot
stilstand komen.
Het gebruik van de koeler
Teneinde een optimale werking te bevorderen
adviseren wij u de volgende regels in acht te nemen:
Plaats nooit warme of dampende spijzen en dranken
in de koeler; dek voedsel af met een folie of deksel,
speciaal sterk geurende spijzen.
Leg geen papier, hardboard en dergelijke op de
rekken; plaats niet teveel levensmiddelen in de
koeler; de lucht in de kast moet zoveel mogelijk
onbelemmerd kunnen cirkuleren.
Verpak vers
vlees en verse vis
in plastic folie (speciaal
folie ten behoeve van het verpakken van
levensmiddelen) en leg het direkt boven de
groenteladen;
bewaar vlees of vis niet langer dan één of twee
dagen in de koeler.
Gekookt voesel, gesneden vleeswaren, moes enz.
goed
afdichten of bedekken; plaats ze op een willekeurig
rek.
Maak
groente en fruit
goed schoon en droog; leg het
in de groenteladen.
Bewaar
boter en kaas
in gesloten koeldozen of
verpak het strak in aluminiumfolie.
Plaats
flessen
welke open zijn of open geweest zijn in
het flessenvak in de deur.
Verplaatsbare rekken
Rekken
Fig. 6
De rekken zijn
naar
verschillende
hoogten
verplaatsbaar.
Trek ze daartoe
een stukje naar
voren en kantel ze
omlaag.
Deurvakken
De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte
aangepast worden.
Ga daartoe als volgt te werk:
Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat het loskomt. Daarna
verplaats het vak naar de gewenste hoogte.
Fig. 7