Wanneer u klaar bent met opnemen
• Monteer de lensdop.
• Verwijder de cassette.
• Draai het POWER-instelwiel naar OFF.
• Verwijder de voedingsbron.
Opmerkingen:
• Controleer of de camcorder goed opneemt door eerst een testopname te maken.
• Maak voordat u belangrijke opnamen gaat maken de videokoppen schoon met een Canon DVM-CL
Reinigingscassette, of een in de handel verkrijgbare reinigingscassette voor digitale videokoppen.
Opnemen
34
Ne
U kunt het videorecorder-gedeelte uitschakelen door de CSTM KEYS 1 of 2 op VCR STOP te zetten in het
CUSTOM KEYS-submenu van het CAM. MENU.
Druk vervolgens op de “VCR STOP” knop zodat u de cameraparameters kunt wijzigen zonder op de 5-
minuten uitschakeltimer te hoeven letten.
Druk opnieuw op de VCR STOP-knop om terug te keren naar de opnamepauzestand.
5-minuten uitschakeltimer
Videorecorder-stopfunctie
(zie blz. 24)
De camcorder wordt automatisch uitgeschakeld als deze langer dan 5 minuten in de opnamepauzestand
staat. Via het VCR SET UP-submenu van het CAM. MENU kunt u kiezen of deze 5-minuten
uitschakeltimer geldt voor de volledige camcorder (SHUT OFF) of alleen voor het videorecorder-gedeelte
(VCR STOP).
Bij gebruik van de VCR STOP-instelling kunt u het camera-gedeelte blijven bedienen (voor het instellen
van het diafragma, sluitertijd e.d.), zonder dat u zich zorgen hoeft te maken dat de 5-minuten
uitschakeltimer in werking treedt.
Om terug te keren naar de opnamepauzestand drukt u op de CSTM KEYS “VCR STOP” knop. Om te
beginnen met opnemen drukt u op de START/STOP-knop.
Bij de SHUT OFF-instelling drukt u op de STANDBY-knop of u zet het POWER-instelwiel op OFF en dan
weer terug op het belichtingsprogramma.