Flair IGB 5e druk juni 2003
1
Toepassing Hoofdstuk 1
1.1 Uitvoering
Dit installatievoorschrift betreft de Flair IGB luchtverwarmers met
een schonere verbranding.
De schonere verbranding staat borg voor een verlaagde NO
x
-
emissie, waardoor deze luchtverwarmers vriendelijker zijn voor
het milieu.
De Flair IGB is voorzien van een gesloten verbrandingsruimte en
rookgasventilator.
De toestellen zijn voorzien van het CE-label en voldoen aan de
gasrichtlijn 90/396/EEG; tevens voldoen de toestellen ook aan de
machinerichtlijn 89/392/EEG en de laagspanningsrichtlijn
73/23/EEG. De toestellen voldoen ook aan de eisen gesteld door
de arbeidsinspectie volgens blad P163 garageverwarming. Tevens
voldoet het toestel aan de EMC-richtlijn 89/336/EEG. Het verkre-
gen CE-keurmerk is een waarborg dat de toestellen onder voort-
durende controle van het Gastec N.V. staan.
1 = Toevoerlucht
2 = Warme lucht
1 = Rookgasafvoer
2 = VerbrandingsluchttoevoerFiguur 1: Principeschets Flair IGB gaszijdig 3875-O
Figuur 2: Principeschets Flair IGB luchtzijdig 3876-0