5
6
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
a
Aanwijzingen omtrent wasgoed ..
Identificatie van textiel
De onderhoudsinstructies van de producent aanhouden!
(cDrogen met normale temperatuur.
'cDrogen met lage temperatuur a daarnaast Voorzichtig kiezen.
)cNiet machinaal drogen.
Absoluut veiligheidsinstructies blz. 11 aanhouden!
Het volgende textiel bijvoorbeeld niet in de droogautomaat drogen:
– Niet luchtdoorlatend textiel (bijv. met rubberlaag).
– Gevoelige stoffen (zijde, synthetische vitrage) a kreukvorming!
– Drupnat wasgoed a hoger energieverbruik!
– Met olie verontreinigd wasgoed.
Tips voor het drogen
– Voor een gelijkmatig droogresultaat: wasgoed sorteren op weefsel en droogprogramma.
– Zeer kleine stukken textiel (bijv. babysokjes) altijd in combinatie met grotere stukken
wasgoed drogen (bijvoorbeeld handdoek).
– Ritssluitingen dichtdoen, haken en ogen sluiten, overtrekken dichtknopen.
ceintuurs van stof, schortbanden enz. samenbinden.
– Kreukherstellend wasgoed niet te droog laten worden a kans op kreuken!
Wasgoed in de frisse lucht laten nadrogen.
– Wol niet in de droger drogen, uitsluitend opfrissen a blz. 7 programma Wol finish
(afh. van model).
– Wasgoed na het drogen niet onmiddellijk strijken, maar samenrollen en een tijdje laten
liggen a het restvocht verdeelt zich dan gelijkmatig.
– Het droogresultaat hangt af van het soort water dat tijdens het wassen wordt gebruikt. a
Fijninstelling van de droogresultaten, blz. 5/6.
– Geweven textiel (bijv. T-shirts, tricot) krimpt bij de eerste keer drogen.
aNiet het programma kastdroog extra gebruiken.
– Gesteven wasgoed is maar beperkt geschikt voor de droogautomaat a stijfsel laat een
laag achter die het droogproces nadelig beïnvloedt.
– Wasverzachter bij het wassen van de te drogen volgens opgave van de fabrikant doseren.
– Voor voorgedroogd, gevoelig textiel met meer lagen of voor losse kleine stukken het
tijdprogramma gebruiken. Ook geschikt om na te drogen.
Milieubescherming / Besparingstips
– Vóór het drogen het wasgoed in de wasmachine grondig centrifugeren a hoe hoger het
centrifugetoerental des te korter de droogtijd en des te lager het energieverbruik.
Ook kreukherstellend wasgoed centrifugeren.
– Maximaal aanbevolen vulgewicht benutten, maar niet overschrijden
a Programma-overzicht blz. 7.
– Tijdens het drogen de ruimte goed ventileren.
– Luchtinlaat niet afsluiten of dichtplakken.
– Luchtkoeler schoon houden aOnderhoud en reiniging, blz. 6.
Fijninstelling van de droogresultaten
Instelling van de stappen van de drogingsgraden
1 x naar
rechts
Voorzichtig gekozen houden
5 stappen naar rechts
Voorzichtig indrukken
tot de gewenste stap
Op Uit
zetten
Op Uit
zetten
a
ʋ '
a
a
Onderhoud en reiniging
Behuizing droogautomaat, bedieningspaneel, luchtinlaat, vochtigheidssensor
– Met een zachte, vochtige doek afnemen.
– Geen agressieve schoonmaak- en oplosmiddelen gebruiken.
– Wasmiddel- en reinigingsmiddelresten direct verwijderen.
Beschermingsfilter 5 - 6 maal per jaar reinigen,
of wanneer na het reinigen van het pluizenfilter Filter knippert.
Luchtkoeler / Beschermingsfilter
Voor het reinigen uitsluitend het beschermingsfilter verwijderen!
Reiniging van de zich achter het beschermfilter bevindende luchtkoeler
eenmaal per jaar!
– Droogautomaat laten afkoelen.
– Er kan een beetje water uit de droger lopen, een doek met een goed
wateropnemend vermogen onder de onderhoudsklep leggen.
1. Onderhoudsklep ontgrendelen.
2. Onderhoudsklep helemaal openen.
3. Beide afsluitklemmen naar elkaar toe draaien.
4. Beschermfilter/Luchtkoeler er uit trekken.
Beschermfilter en luchtkoeler niet beschadigen!
Alleen met warm water reinigen, geen harde/scherpe voorwerpen
gebruiken!
5. Beschermfilter/Luchtkoeler volledig reinigen.
Water goed laten uitdruppen.
6. Afdichtingen reinigen.
7. Beschermfilter/Luchtkoeler weer inschuiven, greep
naar onderen!
8. Beide afsluitklemmen weer terug draaien.
9. Onderhoudsklep sluiten totdat de vergrendeling inklikt.
Vochtigheidssensor
De droogautomaat is uitgerust met vochtigheidssensor van RVS.
Vochtigheidssensoren meten de vochtigheidsgraad van het wasgoed.
Na langere bedrijfstijd kan er zich op de vochtigheidssensor een fijne
kalklaag vormen.
1. Deur openen en vochtigheidssensor met een vochtig gemaakte spons
met ruw oppervlak reinigen.
Geen staalwol of schuurmiddel gebruiken!
Fijninstelling van de droogresultaten
drogen, strijkdroog, kastdroog, losmaken/klaar
worden achter elkaar weergegeven.
Kort signaal bij wijziging van graad 3 naar graad 0, lang
signaal - andere situaties.
Alleen in uitgeschakelde toestand!