Apparaat uitschakelen
Hoofdschakelaar (afb. s/21) indrukken. Het
groene controlelampje gaat uit. Koeling en
verlichting zijn nu uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van
het apparaat
Wordt het apparaat langere tijd niet gebruikt:
stekker uit het stopcontact trekken, apparaat
laten ontdooien en schoonmaken. Deuren
open laten staan.
Wijziging indeling van het
interieur Apparaat met
draagroosters
De draagroosters in de koelruimte zijn in de
hoogte verstelbaar: rooster naar voren
trekken, iets laten zakken en eruit halen. Op
de gewenste hoogte erin schuiven. (Afb. d).
Voor hoge flessen kan de klep in het
draagrooster (Afb. f) worden opgeklapt. De
eierrekjes in de voorraadbakjes kunnen
opgeklapt worden, waardoor er plaats is
voor tubes, blikjes enz. (Afb. g).
Naargelang de dikte van de flessen kan de
beugel van het flessenrek iets versteld
worden (Afb. h/A).
Met de flessehouder wordt voorkomen dat
de flessen omvallen bij het openen en
sluiten van de deur (Afb. h/B).
De rekjes en voorraadbakjes in de deur
kunnen eruit genomen worden om schoon
te maken (Afb. h/C).
Apparaat met draagplateaus
Om hoge flessen of kannen neer te zetten
kunt u het kleine deel van plateau uit het
apparaat halen (Afb. }).
Attentie bij het inruimen
• Warme dranken en gerechten buiten het
apparaat laten afkoelen.
• De levensmiddelen liefst verpakt of goed
afgedekt bewaren. Hierdoor blijven niet
alleen geur, smaak, kleur, vochtigheid en
versheid behouden, maar wordt
bovendien voorkomen dat de opgeslagen
levensmiddelen naar elkaar gaan
smaken. Alleen groente, fruit en sla
moeten onverpakt in de groenteladen
worden opgeslagen.
• Zorg dat de kunststof delen en de
deurafdichting niet met olie of vet n
aanraking komen (ze kunnen poreus
worden).
NL
41
Apparaat uitschakelen en
buiten werking stellen
Levensmiddelen inruimen