104
Circulatie-grillen
ˆ
Voor gevogelte en grotere stukken vlees.
Circulatie-grillen altijd met gesloten
! ovendeur.
❑ Een omdraaien van het grillgoed is bij
circulatie-grillen niet nodig.
Uitzondering: Gevogelte moet na de
helft van de gaartijd een keer
omgedraaid worden.
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
ˆ
.
2. Al naar de vleessoort en de grootte van
het braadstuk de temperatuurkiezer
tussen 160 en 220 instellen.
Grillen op het rooster:
❑ Rooster samen met het grillgoed op de
passende inschuifhoogte inschuiven.
❑ De braadslede altijd op inschuif-
hoogte 1 inschuiven.
❑ Donker vlees – bijv. rundvlees, wild en
lamsvlees – bruint vlugger dan licht
vlees, b.v. kalfvlees, varkenvlees en
gevogelte.
❑ Licht vlees en visfilets zijn van buiten
wel vaak maar lichtjes gebruind,
daarvoor van binnen gaar en sappig.
❑ Verscheidene vleesstukken kunnen
gelijktijdig worden gegrild, bijv. 2 kippen,
2 schenkels of 2 rollades.
❑ Bij grote of meerdere braadstukken
geldt principieel:
lagere temperatuur, daarentegen
langere grilltijd.
Opmerking: Bij het circulatie-grillen
worden vlakgrill en ventilator afwisselend in-
en uitgeschakeld.