Gebruiksaanwijzing
10
2.2.4. Uitdoving
Om het toestel volledig buiten dienst te stellen, de dovingsknop (2) indrukken. De twee drukknoppen (1 + 2)
blijven beide gedurende ±40 seconden geblokkeerd. Tijdens deze periode is het onmogelijk het toestel te
ontsteken. Na max. 50 seconden springen beide automatisch in hun oorspronkelijke positie terug.
2.2.5. Nachtstand
De thermostaatknop (3) op stand “ster” plaatsen. Enkel de waakvlam blijft branden (indien de omgevings-
temperatuur niet lager is dan 5°C).
2.2.6. Gashaarden uitgerust met sfeerkraan
De sfeerkraan (5) heeft drie standen:
0. neutraalstand 1. kleinstand 2. grootstand
Opgelet: Het inschakelen van de sfeerbrander kan aanleiding geven tot een overmatig gasverbruik. Vergeet niet
de neutraalstand in te stellen indien u kiest voor een economische verwarming.
2.2.6.1. TOESTEL UITGERUST MET 2 ONAFHANKELIJKE BRANDERS
De achterste brander ontsteekt door de thermostaatknop (3) in de gewenste stand te draaien. Bij het bereiken
van de ingestelde temperatuur zal de brander automatisch doven. De voorste brander wordt bediend door de
knop van de sfeerkraan (5) in de gewenste stand te draaien. Deze brander zal continu blijven branden met lange,
gele vlammen om zodoende de sfeer van een echt haardvuur weer te geven.
2.2.6.2.TOESTEL UITGERUST MET SFEERBRANDERSYSTEEM
De bedieningskraan van het sfeerbrandersysteem (5) biedt de mogelijkheid de branders continu te laten branden,
ongeacht de stand van de thermostaatknop.
Belangrijk: De waakvlam is de veiligheid en zekering van het toestel. Indien deze wegens om het even welke
reden gedoofd is, moet men minstens 5 min. wachten alvorens opnieuw te ontsteken.
2.3. Toestellen met Eurosit kraanblok
2.3.1. Beschrijving van het kraanblok
1. Elektromagneet
2. Gastoevoer waakvlam
3. Hoogspanningkabel
4. Meetnippel voordruk
5. Meetnippel branderdruk
6. Thermostaatvoeler
7. Ontstekingsknop
8. Regeling waakvlam
9. Bedieningsknop
10. Regelschroef kleinstand
11. Debietregeling
12. Gastoevoer brander
13. Gasaansluiting 3/8”